. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fig. 129. Passa of wekangang voor een tênoeng tönrolo. dem Gehör zusagender Töne als Begleitung eintöniger Arbeiten und zur Bekampfung derdurch dieselben erzeugten Ermüdung. //. De tarópongof spoelkoker, bestaande in een holle bamboe, waarvan een geleding tot eenpunt is uitgesneden; o. de pasöloro (Makassaarsch) of asêlie (Boegineesch), de spoel, bestaande uit een lange,bamboezen staaf, waarin aan één einde de p o ê s o e, de eigenlijke klos met inslaggarens beves-tigd wordt. Is deze poes o e niet van djagoengblad, maar van bamboe vervaar
. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . Fig. 129. Passa of wekangang voor een tênoeng tönrolo. dem Gehör zusagender Töne als Begleitung eintöniger Arbeiten und zur Bekampfung derdurch dieselben erzeugten Ermüdung. //. De tarópongof spoelkoker, bestaande in een holle bamboe, waarvan een geleding tot eenpunt is uitgesneden; o. de pasöloro (Makassaarsch) of asêlie (Boegineesch), de spoel, bestaande uit een lange,bamboezen staaf, waarin aan één einde de p o ê s o e, de eigenlijke klos met inslaggarens beves-tigd wordt. Is deze poes o e niet van djagoengblad, maar van bamboe vervaardigd, danheet zij eenvoudig boelo-boelo (boelo = bamboe).Voordat de spoelkoker ingeworpen wordt, maakt men de spoel met garen nat; de pasöloro. Fig. 130. Weeftoestel uit Zuid-Celebes voor een rondgaande schering. wordt daartoe uit de t a r ö p o n g genomen en in een pot water gestoken, welke de weefsteraltijd bij zich heeft; q. de papasölorang (Makassaarsch) ofpadjelörang (Boegineesch), het bamboe steunseLwaarover men de b a 1 i r a of sabel heen en weer laat glijden; r. depajangkarah (Makassaarsch), of t o e m p a (Toerateysch); de tempel of aanslag of a té té met de balira kan op verschillende wijzen plaats hebben, welke al naargelang van het tempo of de cadans der tikjes of rukjes verschillend genoemd worden. Zoo kentmen de tété lamboêsoe, de meest voorkomende wijze van aanslag, de tété t allo e, denaanslag in drieën, de tété apassaïlé, welke als niet gepast beschouwd en zeker niet doorjonge, maagdelijke weefsters mag toegepast worden, daar men er de mannen mee doet omkijken(apassaïlé); de tété padoêdoe, welke door twee weefsters gezamenlijk wordt weven zelf -- atannoeng
Size: 1838px × 1360px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912