. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 114 toch peulen noemen omdat zij uit een overeenkomstig vrucht- beginsel als de gewone peulvruchten ontstaan. Zoo hebben wij reeds vermeld dat bij de assem en den Indischen gouden regen vruchtmoes voorkomt en de peul niet openspringt, bij den Indischen gouden regen (vergelijk fig. 50) is de vrucht dan nog bovendien door valsche tusschenschotten in talrijke vakjes verdeeld. Eén- of weinigzadige, niet openspringende peulen zonder vruchtmoes komen bijv. bij de setjang voor. Bij enkele Leguminosen rijpen de vruchten onder den grond


. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 114 toch peulen noemen omdat zij uit een overeenkomstig vrucht- beginsel als de gewone peulvruchten ontstaan. Zoo hebben wij reeds vermeld dat bij de assem en den Indischen gouden regen vruchtmoes voorkomt en de peul niet openspringt, bij den Indischen gouden regen (vergelijk fig. 50) is de vrucht dan nog bovendien door valsche tusschenschotten in talrijke vakjes verdeeld. Eén- of weinigzadige, niet openspringende peulen zonder vruchtmoes komen bijv. bij de setjang voor. Bij enkele Leguminosen rijpen de vruchten onder den grond, zijn weinigzadig en springen niet open, bij de aardnoot en de katjang bogor o. a.^ bij sommige andere soorten is de vrucht vleezig en springt niet open zooals bij de namnam. Het kan ook voorkomen dat de peul geleed is (fig. 188) en bij rijpheid in talrijke, niet opensprin- gende, éénzadige stukjes breekt. Iets dergelijks doet zich ook bij hetkruid- je-roer-mii-niet voor. Behalve de overeen- komst in vruchtbeginsel en vrucht vertoonen de meer dan zeven duizend soorten die tot de familie der peulplanten behoo- ren, ook nog in allerlei andere opzichten groote overeenstemming. Het zijn boomen, heesters of kruidachtige planten, dikwijls op allerlei wijze klim- mend, zij hebben meestal gevinde of dubbelgevinde bladeren met steunblaadjes, die niet zelden dorenvormig zijn (fig. 139). De bladeren vertoonen dikwijls slaapbeweging, vouwen zich 's nachts dicht en spreiden zich overdag uit. De bloem is meestal sym- metrisch en vertoont gewoonlijk vijf kelkblaadjes, vijf bloem- kroonblaadjes, tien meeldraden en het reeds vermelde boven- standige vruchtbeginsel. De familie kan in drie duidelijk van elkander te onderscheiden groepen of onderfamilies worden Fig. 137. Een open- gesprongen peulvrucht. Fig. 138. Een gelede peulvrucht. De vlinderbloemigen of Papilionaceeën hebben een vlinder- vormige bloemkroon (vergelijk fig. 93) met vlag, vleugels en kiel, waarvan de vlag in den


Size: 1499px × 1668px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectplants, bookyear1923