. De flora van Nederland. Plants. 416 CYPERACEAE. FAMILIE Cladium Mariscus Fig. 345. 5 Cladium 1) Patr. Br. C. Mariscus-) R. Br. Galigaangras (fig. 345). Deze plant is grijsgroen. Zij heeft een dikken, kruipenden wortelstok met uitloopers. De stengel is rolrond, bebladerd, hol. De bladen zijn tamelijk breed lijnvormig (meest omstreeks 1 â 1^ o cM breed), naar boven scherp gekield, aan den versmalden top driekantig, aan de randen en aan de kiel door stijve, naar voren gerichte stekeltjes ruw. De onderste bladen hebben een bruine tot grijsbruine, ten slotte zwartbruine scheede, die meest st


. De flora van Nederland. Plants. 416 CYPERACEAE. FAMILIE Cladium Mariscus Fig. 345. 5 Cladium 1) Patr. Br. C. Mariscus-) R. Br. Galigaangras (fig. 345). Deze plant is grijsgroen. Zij heeft een dikken, kruipenden wortelstok met uitloopers. De stengel is rolrond, bebladerd, hol. De bladen zijn tamelijk breed lijnvormig (meest omstreeks 1 â 1^ o cM breed), naar boven scherp gekield, aan den versmalden top driekantig, aan de randen en aan de kiel door stijve, naar voren gerichte stekeltjes ruw. De onderste bladen hebben een bruine tot grijsbruine, ten slotte zwartbruine scheede, die meest sterk netvormig geaderd is. De bloemen zijn 2-slachtig en zijn tot arm- bloemige, slechts circa 4 mM lange aartjes ver- eenigd, terwijl deze weer tot speren zijn bijeen- gevoegd , wier laatste vertakkingen hoofdjesachtig ineen zijn gedrongen. De speren zijn eindstandig en ook in de oksels der bovenste bladen oksel- standig, zij vormen een groote pluim. De oksel- standige zijn korter dan hunne schutbladen, zij zijn gesteeld, doch de stelen zitten vaak in de scheeden der schutbladen verborgen. De kafjes (fig. 345) staan spiraalvormig, zijn geelbruin, de onderste 3 zijn kleiner, dragen geen bloemen, de bovenste 2 hebben bloe- men in de oksels, waarvan de onderste meest mannelijk is. De bloemen hebben geen bloemdek, 2, zelden 3 meeldraden en een vruchtbeginsel met een draadvormigen, grootendeels afvallenden stijl en 3 of 2 stempels. De vrucht (fig. 345) is eirond, in doorsnede rond, tot iets meer dan 3 mM lang, bruin, kort toegespitst, bijna steenvruchtachtig. De buitenste vruchtschil is glanzend, ten slotte bros en in korstjes uiteenvallend. 4. 9-18 dM. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op zand- en veengrond, ook veel aan plassen en moerassen en in duin- pannen voor. Zij is bij ons algemeen. Volksnamen. In het Land van Vollenhove heet de plant groene jagers, in het Land van Hulst snijgras. 6. Scirpus â ^) Tril. Bies. Bloeiwijze uit een


Size: 1411px × 1771px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants