. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . -duurend Bruylofs-Maal, Daar werden wy bekende vrinden. Ach Heen wat zal mer vroolyk zyn^In Gcdt en goddelyke dingen, En inet de fchoone Serafyn,Dat hooge lied, van liefde fingen i Weeft ondertuflen wei-gemoed,Gods liefde en kracht wil u geleyden, En zy een Lichter voor uw voet ^Tot dar gy komt van hier te fcheyde


. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . -duurend Bruylofs-Maal, Daar werden wy bekende vrinden. Ach Heen wat zal mer vroolyk zyn^In Gcdt en goddelyke dingen, En inet de fchoone Serafyn,Dat hooge lied, van liefde fingen i Weeft ondertuflen wei-gemoed,Gods liefde en kracht wil u geleyden, En zy een Lichter voor uw voet ^Tot dar gy komt van hier te fcheyden. Wy treeden met malkander voort jNaat faalig land van vreede en vreugde. Beminde meede-PePgnms, hoort,Of u dit bloempje wat verheugden, En uwen reuk verquiklyk werd,Dat uwe liefde my wou loonen, Zoo wenft my Jejus in myn Hert,Dan zult gy goede vrindfehap toonen. Dat hoogfte en diepfte Liefde PuntVan/ Hert e Gods, voor onsgegeeven^ Dat word u ook van my gegunt,In merg en been , van t Zielen-leeven. Vaar wel in Godt, het eeuwig Goed,1Vaar eeuwig wel in Jefus Naame, Op dat u al fynheyl ontmoet,Jaa, aan ons Wormpjes altefaamen^ OmtbloedvmJ efusthri/lus, Amen, J. LüYKEN. VON- VONCKEN der LIEFDE JESU. van Het God-begeerendeZielen-vuuf. V ONGKEN I. Wat is \ Leevcn?. Ai ie vlees veroudgelyk een kleed: want bet verbond van>deeeuwen aan, is dit: Gy %utt den doodfterven. Syrach. 18. Want al/e vlies is ah gras, en alle heerlytyeyd desvienfchen is ah een bloeme des gras. Het gras is v er do rt, enfm bloem is afgevallen, 1 Petr. a, vers 24. der L I E F D E J E S U. £ Myn daagen %yn lichter geweejl dan een weeversSpoel. Job. 7* 6. JJitoogenblikof Punt, te rug gekeeken; Weg is de tyd, van dertig, veertig jaar,Gelyk een Pyl, of wind voorby geftreeken, En als een droom , oft nooy t geweeft en waayZoo ist, tot nu 5 Èn eeven zalt ook weefen, Aan s leevens Eynd, in t uurtje van de dood;Heeft dan de Ziel geen rykdom, uytgeleefen, Van heem els goed, dan is het jammer groot: Uy t is de


Size: 1432px × 1744px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booksubjectemblems, booksubjectmysticism, bookyea