. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. E. 2. Fig. 19. Werktuigen in gebruik voor het vervaardigen van tjanting tjappan. 11 Tjanting tjappan. 2) djongka ) djoempoet gilig. 4) djoempoet plat. 5) djongka. 6) soepit alit. 7) sogok. 8) lading gradji. Het patroon op een stuk papier heeft hij naast zich en de lijnen daarvan worden met een passerof djongka nagemeten, waarmee ook precies dezelfde lengte op den hier en daar verbogenreep wordt aangegeven. Elk lijntje, gebogen of recht, moet precies worden gereproduceerd en dit is juist de moeilijkstearbeid van den tj anting-tjappan-


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. E. 2. Fig. 19. Werktuigen in gebruik voor het vervaardigen van tjanting tjappan. 11 Tjanting tjappan. 2) djongka ) djoempoet gilig. 4) djoempoet plat. 5) djongka. 6) soepit alit. 7) sogok. 8) lading gradji. Het patroon op een stuk papier heeft hij naast zich en de lijnen daarvan worden met een passerof djongka nagemeten, waarmee ook precies dezelfde lengte op den hier en daar verbogenreep wordt aangegeven. Elk lijntje, gebogen of recht, moet precies worden gereproduceerd en dit is juist de moeilijkstearbeid van den tj anting-tjappan-maker. Immers, geeft de teekening een patroon aanvan losse bloemranken, de reproductie op het stijve metaal moet even luchtig en los zijn, detjap moet een teekening afstempelen, welke in geen geval de stijve, gedwongen buiging vanmetalen reepen mag verraden. De toekang teekent hier dus met stijve reepen rood-koper. De bekwame nijvere weet dan ook door minutieus werken elke teekening, welke hem doorden besteller wordt voorgelegd, weer te geven, en o


Size: 1642px × 1522px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912