. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. 268 Biologie der Zee. bruine kleur gemeen hebben, doordat zij geen kiezelhoudend pantser hebben, maar wanden, opgebouwd uit cellulosen platen, die vaak uiterst fraai met uit- steeksels, lijsten of vleugels versierd en van poriën voorzien zijn. Deze platen zijn door „naden" verbonden en vereenigen zich tot twee helften, die samenko- men in eene duidelijke horizontale dwarsgroeve, welke aan de buikzijde door eene korte langsgroeve gekruist wordt en meestal in het midden van de Peridineë gelegen is. Daar ter plaatse is ook eene po


. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. 268 Biologie der Zee. bruine kleur gemeen hebben, doordat zij geen kiezelhoudend pantser hebben, maar wanden, opgebouwd uit cellulosen platen, die vaak uiterst fraai met uit- steeksels, lijsten of vleugels versierd en van poriën voorzien zijn. Deze platen zijn door „naden" verbonden en vereenigen zich tot twee helften, die samenko- men in eene duidelijke horizontale dwarsgroeve, welke aan de buikzijde door eene korte langsgroeve gekruist wordt en meestal in het midden van de Peridineë gelegen is. Daar ter plaatse is ook eene porie aanwezig, die met het celproto- plasma in verbinding staat en waardoor twee ciiiën of zweepdraden naar buiten treden, waarvan de eene in de dwarsgroeve opgeborgen blijft, de andere vrij in het water uitsteekt. Volgens Schütt komt door een vereeniging der bewegingen van de beide zweepdraden eene naar voren gerichte, een enkele maal ook een achterwaartsche beweging der Peridineën tot stand. Dit vermogen om zich te kunnen bewegen, is wel het grootste verschil tusschen de Peridineën en de Dia- tomeën, welke laatste geheel passief door de strooming in het water medege- voerd worden. Hierboven zeiden wij, dat het pantser der Peridineën uit twee helften bestaat, die elk uit platen zijn sa- mengesteld. Deze platen zijn zeer stelselmatig met elkander verbonden, doch het zou ons te ver voeren, wilden wij hierop verder ingaan. De Ceratium-soor- ten onderscheiden zich door hunne tot lange hoorns uitgetrokken pla- ten; bij de Dinophyseën is de dwarsgroeve naar het hoogere gedeelte der cel verhuisd, die daardoor in twee zeer ongelijke helften wordt gedeeld. De gordel, die de horizontale groeve omgeeft, is boven- dien van vleugels voor- zien. Bij het geslacht Or- nithocercns onder de Di- nophyseën hebben deze vleugels zich ook langs de langsgroeve reusachtig ontwikkeld en worden zij door lijsten gesteund,, die de vleugels strak doen staan. De Peridineën vermeerderen zich do


Size: 1512px × 1653px
Photo credit: © Paul Fearn / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectcoasts, bookyear1922