. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.] . Fig. 23. üe (leelen van de bloem (27 maal vergroot). / schubbetjes; ii vruchtbeginsel; ka helmdraad; ///è', hk^ en hk^ helmknoppen van voren, van terzijde en van achteren gezien; n helmbindsel; / stijlen; s stempels. die alle uit een zelfde punt hun oorsprong nemen, welken vorm men een „stoel" noemt. De bladeren zijn afwisselend in twee rijen aan den stengel gezeten; de scheeden aan den buitenkant met spits aangedrukte borstels bezet, op de grens tussc


. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.] . Fig. 23. üe (leelen van de bloem (27 maal vergroot). / schubbetjes; ii vruchtbeginsel; ka helmdraad; ///è', hk^ en hk^ helmknoppen van voren, van terzijde en van achteren gezien; n helmbindsel; / stijlen; s stempels. die alle uit een zelfde punt hun oorsprong nemen, welken vorm men een „stoel" noemt. De bladeren zijn afwisselend in twee rijen aan den stengel gezeten; de scheeden aan den buitenkant met spits aangedrukte borstels bezet, op de grens tusschen de bladscheede en de bladschijf vindt men een zeer weinig ontwikkeld tongetje. De bladschijf is lijn-lancet- vormig of lijnvormig, tot 2 Meter en meer lang, met zeer duidelijke middelnerf, die aan den bovenkant min of meer uitgehold is en van onderen sterk buiten het overige bladoppervlak uitsteekt. Ter weers-


Size: 2401px × 2081px
Photo credit: © The Bookworm Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectagriculture, bookyear