. Het masker van de werelt afgetrocken . et moet^ het wiWer b innen gaen^Hy quam LiCÖntinVLSgewiffettjdingb gevenU^at dotter naer de doodtgefchïet in ^t ander leven^ ■Daer qpfao breekt hetdeur, en dringht tot in de zael;. met datfy datfien, verfchricken s^al^te^tnael, vHe^ k re f h toe recht aentat éy deti Gr^efgttreden , . ^Enüp de^^itefienfioelgevoeghtfijn magerieden;l%en wilteeen breckfpelzyn^ het vat daer op eenjïuytEn brenghife rond en d*om, en drincktfefuyver uyt\D e ga ft en Me hetfi^^, beginnen heel te fchroomen,^« hebhen al-te-^mael ztyt mghfï de vf^rht genomen;ïae Machiavellus jel


. Het masker van de werelt afgetrocken . et moet^ het wiWer b innen gaen^Hy quam LiCÖntinVLSgewiffettjdingb gevenU^at dotter naer de doodtgefchïet in ^t ander leven^ ■Daer qpfao breekt hetdeur, en dringht tot in de zael;. met datfy datfien, verfchricken s^al^te^tnael, vHe^ k re f h toe recht aentat éy deti Gr^efgttreden , . ^Enüp de^^itefienfioelgevoeghtfijn magerieden;l%en wilteeen breckfpelzyn^ het vat daer op eenjïuytEn brenghife rond en d*om, en drincktfefuyver uyt\D e ga ft en Me hetfi^^, beginnen heel te fchroomen,^« hebhen al-te-^mael ztyt mghfï de vf^rht genomen;ïae Machiavellus jelf^ denfpotter van de doodt^Die led^- in den mee ft en nood^.Diesfiet hy naer^e deur, om oockmeê weg tejluypett^xOftwift hy een diep hol\, hy wouder ingaen kruypen^Soo iaeght hem fijnen pols, Igo is fijn. hertéevreejft^Door V aenfien van hetfpoock, dnor V hoarenvan dekgeeft, wat den Graéfhem hidt^met kermen en metfuchten^Pp dat hy niet enfouinfu Icke tijdtgaen vluchten; . - S f IVat z^^ fleg Masiet. Wat dat hyfineeckt oft niet, hy vintgeen open gat., Soo dat hy daer alleen nu met Hgeraemtefat, ■ ■ )J)oen quant het koude fweet hem op hetaenficht hangen ^Poenfag men eerflfijn vreesden fijn verftorveH wangentDies koos hy ook de vlucht^maet neen^hyhiéthèm oaftEn feyd^i Hoort wie ick ben, en kenteerfl uwengaft ;Jck heb om uwen t^wildees reyfe aengenomen^ * -lek ben om uwen t*wil hier uyt de Hei gekomen, Van onder uyt dé vlam, daer peck enfolpher blaeckt^ -Daer was ick heden noch alsgy myn beenenfpraeekt,Gy meynt wanneer den menfch in d*aerde is begrote ven ,Qp dat hy is verbrandt, oftg*eten van deraeven, Ë meynt dat V met den geeft danfeffens isgedaen^gy en Macjiivelgy lieghter beyde aè^et^ er anders med^ ick moet Heylaes Ibetreurefg^2Lnfoo het is begon ft ffiofal het eeuwig dueren, Daer is ^geloove V my, daer is een B^tchter-flóel^ Datr is eeH ecuwig vier, d^eriseen helfehePoeh • . «« v^}^ Wereldt, . , . ^^3 En dit IS myn i


Size: 1694px × 1474px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorpoirtersadrien16051674, bookcentury170, bookdecade1710