. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. 469. Hieracium Pilosella FiK. 594. hhb. StcnRclbladcn meest H-6. Plant meest yrasgroen. Wortelbladen weinig talrijk. Bladen met naar voren (gerichte tanden. Schermpluim met recht- opstaande, dicht sterviltij^e, zwart klierharipc bloemstcicn. Omwindscl kort klokvormi^, klicrharij,', de binnenste omwindselbladen stomp. n. valKatQDi blz. 474. H. Pilosella') L. Muizenoor (fig. 594). Deze plant heeft een horizontalen wortelstok, waaruit meest verscheiden bebladerde uitloopers komen. De stengel is recht- opstaand, grijs sterviltig, onbeblade


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. 469. Hieracium Pilosella FiK. 594. hhb. StcnRclbladcn meest H-6. Plant meest yrasgroen. Wortelbladen weinig talrijk. Bladen met naar voren (gerichte tanden. Schermpluim met recht- opstaande, dicht sterviltij^e, zwart klierharipc bloemstcicn. Omwindscl kort klokvormi^, klicrharij,', de binnenste omwindselbladen stomp. n. valKatQDi blz. 474. H. Pilosella') L. Muizenoor (fig. 594). Deze plant heeft een horizontalen wortelstok, waaruit meest verscheiden bebladerde uitloopers komen. De stengel is recht- opstaand, grijs sterviltig, onbebladerd en draagt aan zijn top een (soms 2) hoofdje. De bladen staan in een wortciroset, zijn omgekeerd eirond tot lan- cetvormig, aan weerszijden met vrij stijve, heen en weer gebogen borstels bezet, van onderen tevens min of meer dicht grijs sterviltig. De omwindselbladen zijn lijnvormig, 1-2 niM breed, spits, grijs sterviltig. De bloembodem is kaal. De bloemkronen zijn lichtgeel, de buitenste van onderen rood gestreept, 5-tandig. De vruchten zijn bruin, bijna cylindrisch, beneden iets smaller, overlangs gegroefd, boven met een kleinen, gekar- telden ring en met een haarkroon, die van vele haakjes voorzien is. 2,5-45 cM. 4- ^ei - Juni, soms tot Herfst. De variëteit j?. robüstum-) Koch. is in alle deelen grooter en meer behaard. De omwindselbladen zijn ruw door enkelvoudige haren. De uitloopers zijn wel verlengd, doch merkbaar dikker dan bij den grondvorm. De bladen zijn van onderen witviltig. Biologische bijzonderheid. Bij H. Pilosella en andere Hieraciumsoorten is ontwikkeling van het eitje tot zaad, zonder dat er bevruchting heeft plaats gehad, waargenomen, als bij Taraxacum. Zelfs is het niet gelukt om op de stempels stuifmeelbuizen vormende stuifineelkorrels waar te nemen. De plant is xerophytisch gebouwd. Bij zeer droog weer buigen zich de bladranden naar boven en langzamerhand kromt geheele blad zoo, dat de witte ondervlakte naar de zonzijde is gekeerd en het blad


Size: 1446px × 1727px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants