. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 42. DROSERACEAE. — 331. dan de kelk. De zaden zijn spilvormi^, aan beide einden gevleugeld. 6-28 cM. ^. Juni—Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op moerassigen heide- en veengrond voor, doch niet in het gebied der Middellandsche Zee en is ook bij ons algemeen. 0. anglica •) Huds. (D. longifólia'-) Rchb.) Lange zonnedauw (fig. 396). Deze plant gelijkt veel op de vorige, doch de bladen zijn lijnvormig- langwerpig, langgesteeld en de bloemstengels zijn slechts 2 a 3 maal zoo lang als de bladen. Uit den vezeligen w


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 42. DROSERACEAE. — 331. dan de kelk. De zaden zijn spilvormi^, aan beide einden gevleugeld. 6-28 cM. ^. Juni—Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op moerassigen heide- en veengrond voor, doch niet in het gebied der Middellandsche Zee en is ook bij ons algemeen. 0. anglica •) Huds. (D. longifólia'-) Rchb.) Lange zonnedauw (fig. 396). Deze plant gelijkt veel op de vorige, doch de bladen zijn lijnvormig- langwerpig, langgesteeld en de bloemstengels zijn slechts 2 a 3 maal zoo lang als de bladen. Uit den vezeligen wortel komt een roset van wortelbladen, die ten deele op den bodem liggen, doch grootendeels opgericht staan en gewoonlijk meer roode, onbehaarde, voor den bloei slakken- huisvormig opgerolde bloemstengels. De bladen zijn bijna volkomen vlak en weer van tentakels voorzien. De bladstelen zijn langer dan de blad- schijven, rood, aan den voet iets verbreed en ge- wimperd, doch overigens zonder haren. De bloemen zijn wit, met 5 eironde, spitse, aanliggende kelkbladen en 5 omgekeerd eirond- langwerpige kroonbladen. De doosvrucht is cylin- drisch, weinig langer dan de kelk. De zaden zijn spilvormig, aan de 2 einden gevleugeld. 7-20 cM. •^. }uli, Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa, behalve in de streek der Middellandsche Zee voor op moerassigen heide- en veengrond, doch is bij ons zeldzaam. D. intermédia O Hayne. Kleine zonnedauw (fig. 397). Uit den met enkele vezels bezetten wortel komt een wortelroset van eerst op den grond liggende, doch later opgerichte bladen en gewoonlijk verscheiden bloemstengels, die aan den voet knievormig gebogen, doch verder rechtop- staand zijn, roodachtig, aan den top wat terug- gebogen en nauwelijks langer dan de bladen. De bladen zijn omgekeerd eirond of spatelvormig met een omstreeks even langen steel, zij zijn ook weer met roode tentakels bezet. De bladsteel is onbehaard. De kelk en kroonbladen zijn


Size: 1263px × 1979px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants