. Zederyke zinnebeelden der tonge . n 5 maar ook de pleegers der zelven te vlieden, en-de ons met UlyfTcs, om door t gevley deezer zoetzin-gende Sireenen niet verlokt te werden, niet aan demaft van een fchip , maar der reede te doen vaftbinden ? Elk bindt zich vaft aan Gódt, zoo lokt die Meeremin, Hoc liefFclyk zy zingt, u niet ten afgrondt in. F 2 KLAP. 84 ZINNEBEELDEN KLAPPERNYE. Seque fuosque fatigat, Jrlet venfier, achteloos vergeeten toe te trekken. Of op geen haak gezet, zal, door den windt gefchudt,Gefladigh klappen en verdrietige onruft wekken, Zo lang geen wakkre handt zulks door een


. Zederyke zinnebeelden der tonge . n 5 maar ook de pleegers der zelven te vlieden, en-de ons met UlyfTcs, om door t gevley deezer zoetzin-gende Sireenen niet verlokt te werden, niet aan demaft van een fchip , maar der reede te doen vaftbinden ? Elk bindt zich vaft aan Gódt, zoo lokt die Meeremin, Hoc liefFclyk zy zingt, u niet ten afgrondt in. F 2 KLAP. 84 ZINNEBEELDEN KLAPPERNYE. Seque fuosque fatigat, Jrlet venfier, achteloos vergeeten toe te trekken. Of op geen haak gezet, zal, door den windt gefchudt,Gefladigh klappen en verdrietige onruft wekken, Zo lang geen wakkre handt zulks door een grendel fnapper, die alom zyn lange tong laat hooren, En niet kan zwygen, fchoon het mes flontop zyn keel,Koomt eveneens t vermaak van wyze lieden flooren Door zyn onnut geklap en zouteloos gequeel;Daar een verflandigh meufch, wiens leidtsman is de rede. Legt met Harpocrates de vinger op zyn mondt, Op dat de tolk der ziel zyn ampt naar eifch bekleede ,En hem t gefprooke woordt berouw te gccner flondt. Parve DER TONG E. ts. Farije fapis! ne prome graves de p&6lore curas $Et preme cor tutim: mens bene claufa penu Effluis, arcanos üox publicat fenftcs,Vulgi cenfus erit mem tua, non tua mens. B: Cabillavlus. F3 De 86 ZINNEBEELDEN T~>,e ■^onhjd- vElianus verhaalt in zyne hiftoriën, hoe de■^- Taurus zullende overvliegen , uit -iie zich aldaar ophouden, eenfteen in hunne nebben necmen, om aldus hun gewoo-nelyk gekakel te betocmen. Gregorius de Nazianze-ncr fchryft in zynen brief aan Celenfius, dat de Zwaluweneenmaal de Zwaanen uitlachten , om dat zy als grooteflechthoofden de eenzaamheidt verkooren, en buiten tge-zelfchap der menfchen zich in t water ophielden, daarzy in de fteden hunne neften bouwden, ende zich ver-maakten; op welk verwyt, hoe verdrietigh t ook denZwaanen vallen moghte, niet meer, als eene, die watloiTer van tong was, alleenigh geantwoordt hadde: ivatis uwe lof ydel! wyl uw gefcbetter de menfchen op thoogb-Jle verveelt, en ons gequeel, daar wy gant


Size: 1609px × 1552px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob16921767, bookauthorsc, booksubjectemblems