. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . en, foo hebben zy andere Overhey t ge-ibcht ende gehuldt, die naemaels even loo bloetdorftigh wier-den , ende even fbo Ty rannifch als de voorgaende met haer om-gingen, ende deen na dander ombrachten, ende vermoorden. HlSTORIA ROMANA. LV. DEn Havick om den dagh en uyr van zijn geboorteTe vieren ftatighlijck nae eyfch en nae behoorte,Heeft allerley gedacht van Vogelen ter feeffZeer ernftelijck geb


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . en, foo hebben zy andere Overhey t ge-ibcht ende gehuldt, die naemaels even loo bloetdorftigh wier-den , ende even fbo Ty rannifch als de voorgaende met haer om-gingen, ende deen na dander ombrachten, ende vermoorden. HlSTORIA ROMANA. LV. DEn Havick om den dagh en uyr van zijn geboorteTe vieren ftatighlijck nae eyfch en nae behoorte,Heeft allerley gedacht van Vogelen ter feeffZeer ernftelijck gebeen met een bevey nfde geeft:/leeft al wat wiecken droegh verfcheen en liet hem vinden,len zael was toebereyd, en tafel voor de braft, men is verheught, men denckter om geen als den Havick nu zijn aenflaghzietgereet,ly liftelijck terftond den ingangh fluyt der deuren,^n vanght van voren aen t gevogelt te verfcheuren.„ Wie lichtelijck gelooft, fchiet lichtelijck te kort,„ Wanneer hy onverziensen fnel bedrogen om een vette muy 1 zich geeft in s vyands handen,T is vreemt noch wonder dat hy haeft geraekt ter fchanden* i* Warande der Dieren,f6. Bock, Lam en % S Ukken bedrogh nam Antonius voor met Qêtavio (wiens groote vriendt ende be-icherraer Cicero was.) Want als Antonius Oóiavio heymlick na lijf ende levenrrachtedej foomeendehy, hykonde zijn voornemen niet b&erintwerckftellen,dan als hy hem vriendelijck tegen Oéiavio aenftelde, endezijn vriendfchap daerom tot hem gegaen, heeft hem vriendlijck aengefproken,endegefeyt. Herware groote fchaed, dztOcJavius iulck een Edel Ridderhjck heldt zijn vriend nieten ware, ende niet lievers zien, dan dat hy hem te vriendt hadde. M&erOtfavw,i bedrogh merekende, floegh hem de vriendfchap af, ende feyde: hy had zijnvriendfchap niet van noode, maer was met zijn eenige vriendt Cicerone wel te vreden,die hem wel gezint hadde, ende oprechtelijck met hem meynde. Plutarchus. LVÏ. DE Bock en t wi


Size: 1699px × 1471px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems