. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. aar in 1429 naarSevenbergen overbrengen, waar zij slechts één jaar bleef. In Dordrechtteruggekomen, bleef zij daar gevestigd, tot Koning Lodewijk haar in 1807ophief en naar Utrecht verplaatste. Bij de regeling der Munt in 1367 worden reeds genoemd: een Munt-meester, een Waerdijn, een Essayeur of Proefmeester, een Stempel- ofijzersnijder, Provoosters of Smidsmeesters, een Griffier en Gesworenen,Munters, werklieden en knapen. De Muntmeesters genoten vele voorrechten, vrijstelling van zettingenen beden, vrijdom van tolle voor hun


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. aar in 1429 naarSevenbergen overbrengen, waar zij slechts één jaar bleef. In Dordrechtteruggekomen, bleef zij daar gevestigd, tot Koning Lodewijk haar in 1807ophief en naar Utrecht verplaatste. Bij de regeling der Munt in 1367 worden reeds genoemd: een Munt-meester, een Waerdijn, een Essayeur of Proefmeester, een Stempel- ofijzersnijder, Provoosters of Smidsmeesters, een Griffier en Gesworenen,Munters, werklieden en knapen. De Muntmeesters genoten vele voorrechten, vrijstelling van zettingenen beden, vrijdom van tolle voor hunne werktuigen en stonden met DE MUNT TE DORDRECHT. 323 het muntpersoneel voor kleine misdrijven terecht voor eene eigene, deMuntersrechtbank, en voor grootere voor den Baljuw. Zij mochten éénhunner naaste bloedverwanten als knaap opleiden, om later hun plaatsin te nemen, terwijl bij afzonderlijke keuren, costumen en privilegiënhet bedrijf was geregeld. In 1504 verkregen zij vrijdom van accijnzenvoor hetgeen zij met hunne gezinnen verbruikten, zij hadden eene. eigen kapel in de Onze Lieve Vrouwe kerk en tevens eigen graf-steden in die kerk. Op last van Karel V werd er een nieuw Muntgebouw gesticht, zieafb. N°. 359, welks sierlijk zandsteenen poortje met het opschrift: „ . die . Munte . des . Rom . Keyzers . ende . Graefelickheyts . van . Hollandt,met het jaarcijfer 1555 nog bestaat. Afb. N°. 360 geeft dit muntgebouw in plattegrond, zijnde een buiten-gewoon lang smal pand, van ± 113 M. lengte bij hoogstens 223/4 M. breedte;in het midden liggen een groot Werk Huys, met een Moolen van + met drie pletraderen, door paarden bewogen, welke mede hetStamp- en Roerwerk in beweging brengen; men ziet er drie aambeelden, 324 DE MUNT TE DORDRECHT. een gloey-oven, een steekoven met twee blaasbalgen en langs den raam-wand vijf vlek-Lhaisen. Boven dit Werkhuys was de Trekkamer en door een open gang ervangescheiden het Goudt-Huys met aambeeld, werkbank en negen vlek-Lha


Size: 1944px × 1286px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture