. Dan. Heinsii Nederduytsche poemata ; by een vergadert en uytgegeven door P. S . ren Stjt ghy nochtans by my. u kracht die komt tot hier. Het water is feer groot, maer minder dan het raet kan ick gedoen om mijnen brandt te ftelpen,Dewijle gans de zee my niet en kan gehelpen ?Waer lal ick van u vlien? hoe kan ick fijn bevrijt?Dewijle ghy my brandt, oock daer ghy niet en fijt. Dominant non totam in imagine ejus loideo. VErmeten ftout pinceel, hoe hebt ghy derven nakenHet vier dat my verbrandt, en met de handen makenDat goddelick geficht ? den hemel en wilt nietDat yemandt hem naer boot


. Dan. Heinsii Nederduytsche poemata ; by een vergadert en uytgegeven door P. S . ren Stjt ghy nochtans by my. u kracht die komt tot hier. Het water is feer groot, maer minder dan het raet kan ick gedoen om mijnen brandt te ftelpen,Dewijle gans de zee my niet en kan gehelpen ?Waer lal ick van u vlien? hoe kan ick fijn bevrijt?Dewijle ghy my brandt, oock daer ghy niet en fijt. Dominant non totam in imagine ejus loideo. VErmeten ftout pinceel, hoe hebt ghy derven nakenHet vier dat my verbrandt, en met de handen makenDat goddelick geficht ? den hemel en wilt nietDat yemandt hem naer bootft, of zij ne fchoonhey t , datmy het hert doet breken,in dat fbo haeft verkeert ? waer is dat lieflick fpreken ?Waer is den (beten lach ? waer is den trotfen ganck ?Die lufticheyt van geeft ? de dertelheyt ? den (anck ?Die blijtfchap van gemoet? dat anders doen en dencken ?3e fprake van de oog ? die heymelicke wencken ? D z Het 28 DANIELIS HEINSII Het minfte fie ick hier. ick foecke noch het Jaet het lichaem ftaen, ofIchildert oock den ; • Tout amant ejlropiat. *1T TV T Ie dat dé beul vérminckt,die moet hy weer genefèn,\f \/ Want als het lichaem is getrocken uyt het let,* Die wilt geholpen fij n, die moet te vreden wefèn, Tot dat hy wederom elck in zij n plaetïe fè gaet oock fbo met u, ghy die verminckt van finnen,Ontledet van verftandt, vol droefheyt ende pijn,Gaet fïichten lönder hulp geraebraeckt van het hulpe van den beul. dat is de medecijn. Elegie. Doorluchtige Princes van Neerlandts rijcke fteden,En laet u niet voorftaen dat ick u kom betredenOm u vermaert gebou, dat heerelick cieraetDat tot den hemel toe fchier opgetrocken om u toorens hoog, noch om u groote kercken,Noch om u ftraeten breet, noch om u oude wercken,Noch om dat Phoebus felf de vader van t verftantEn Pallas haeren ftoel heeft binnen u min om eenig goet, of koftelicke waren,Ge!ij c k den koopman doet, kom ick tot


Size: 1917px × 1303px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorschrijverpieter15761660, bookdecad, booksubjectemblems