. Hof-gedachten, dat is, invallen, by gelegentheyt oft op't gesichte van boomen, planten, bloemen, kruyden, en diergelijcke aerdt-gewassen, verweckt, in't Buyten-leven . k fijn herce geeft,Maer ftaeghop beter dingen Tiet,Verlies van goet en deert hem niet ,•Ia fpreeckt veel ftouter, mijn gemoet,Verlies van goet, dat is hem goet. XXXV. Op t gtjicht-e van een Iongen met de blafcfpeknde. ÏCk fagh eens leftmael, op de ftraet,Een kinder-fpel, een malle daet -,Maer evenwel, dat ickcr fagh,Onthiel ick meer als eenen dagh;En t heeft my heden goet gedacht,Dat icket hier te pafte bracht;Op hope, dat een


. Hof-gedachten, dat is, invallen, by gelegentheyt oft op't gesichte van boomen, planten, bloemen, kruyden, en diergelijcke aerdt-gewassen, verweckt, in't Buyten-leven . k fijn herce geeft,Maer ftaeghop beter dingen Tiet,Verlies van goet en deert hem niet ,•Ia fpreeckt veel ftouter, mijn gemoet,Verlies van goet, dat is hem goet. XXXV. Op t gtjicht-e van een Iongen met de blafcfpeknde. ÏCk fagh eens leftmael, op de ftraet,Een kinder-fpel, een malle daet -,Maer evenwel, dat ickcr fagh,Onthiel ick meer als eenen dagh;En t heeft my heden goet gedacht,Dat icket hier te pafte bracht;Op hope, dat een kints geval,Aen my (nu man) eens baten fal. Een Iongen had een groote blaes,En maeckte daer meê vremt geraes jHy ging, hy ftont, hy fprong, hy liep. Hy fprack, hy fweegh , hy fong, hy riep,Hy fey , dat niemant in de Stadt,Soo fchoonen blaes als hy en had. Maertwijl hy dus wijtmondigh tiert,En hier en ginder henen fwiert,Een ander, die het fpeeltjen fagh,En t mal geraes niet lijden magh,Quam toegeloopen, met een (pel,En trof daer med het windigh vel,Daer vlieght terftont de fchrale wint,Daer flinkt de blaes,daer fchreyt hetkint- O En ïq6 Invallende Gedachten. En liet, van al het groot gefweï,En bleefer maer een ydei niemant wil, dat niemant acht,Al waer et hem fchoon thuys gebracht;Daer geeft de jeucht een grooten jou,Als of een yder feggen wou: Ey, liet hem diefoo weligh fprong,En fchier degantfche buurte dwong,Die ftaetnuals een wicht en krijt ^Want liet de wint die is hy quijt. Hier uyt ontftont my dit gepeys,Siet hier een les voor alle vleys ,Hoe blaeft, hoe raeft, hoe ftoft de menfeh,Wanneer hy krijght fijns herten wenfeh,Het fchijnt hy is foo grooten man,Dat niemant by hem duren kan. Siet, wieder draeght een hoogen moet, Op eer, of ftaet, ofmachtigh goet,Of eenigh ander weerelts ding,Die vaert als defc komt in haeft, men weet niet wat,Dat niemant oyt en heeft gevat ,Daer niemant op en heeft gedacht,Dat niemant oyt en heeft verwacht,En liet dae


Size: 1817px × 1375px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjac, bookcentury1600, bookidhofgedachtendati01cats