. Voncken der liefde Jesu, van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . t,DieGodt, tot Bruydegom , ofbruyt. Voor cyndloos Ewig mach verkrygen ,Benevens *t ganfche Hemel ryk >Waar is een Ding, hierbygelyk? Waar fprcken geldt, hier moet men fwygcn,Op Maagden, t is geen flapcns tydc >Eer ons (Je gulde Eeuw ontgleydt > Godts liefde laat ons alle noden ; der LIEFDE J E S U, FoL 45f Al wat de wereld geeft en b


. Voncken der liefde Jesu, van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . t,DieGodt, tot Bruydegom , ofbruyt. Voor cyndloos Ewig mach verkrygen ,Benevens *t ganfche Hemel ryk >Waar is een Ding, hierbygelyk? Waar fprcken geldt, hier moet men fwygcn,Op Maagden, t is geen flapcns tydc >Eer ons (Je gulde Eeuw ontgleydt > Godts liefde laat ons alle noden ; der LIEFDE J E S U, FoL 45f Al wat de wereld geeft en biet,Verdwynt tot roock en eydcl niet. Ons word wat hogers aan Godlyk, heylig hemels Bloed »Weeft ghy den Oly in t Gemoedt, Op dat de Lamp des levens Ichyne,nAIs van een wel bedachte Maagt >Die haren Bruydegom behaagt, En t nare duyfter doet verdwynen. Heylig Antwoordt. Laat MW lendenen omgordt :^yn en de Kleffe brandende. EnJyt gi de menfchen gelyJ^, die op haren bere wachten ,wanneer hj -wedar kpmen Jal van de Bruyioft, op dat ah hyksmt en kjopt, ^y hem terjiont mogen open doen. Salig fyn deDienftkncehten y welci{e de hire aU hy /^omtfal walgende vin^^f». « vers 35,26,57, Se;> V O N C K E N Soo veel te Gf/y^ ^^w Hert fchreeuwt nd de waterjlromen ; alfo»Jcbreeu-wf myn Ziele eet u, o Godt. Myn Ziele dorft naGodt, nadenltvendtgenGode, vers 2» Alle der LIEFDE J E S ü, ï ^llegy dorjiige, kpmt tot de wateren, Jcfa, ^5:. vers r, /^ water beek van Criftallyn »^^Soo koel by hete Sonnefchyn >Die c Oog tot op uw grond laat kyken , Terwyl gy van de hoogten af > Daarc wellen uwen oorfprong groene Beemden heen komt ftrykcn ; Wat fyt gy fris, voor t dorflig hart, Dat in het wilde woudr, jagers, en van bitfc honden, Benaut > vervolgt en Teer geplaagt, Lanckwylig, op, enafgejaagcTen laatften uytkomft heeft gevonden; Nu hygt en fwoegt en janckt na vocht 3 Op dat het fich eens laven mocht»En c afgefl


Size: 1443px × 1732px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, booki, booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist