. De flora van Nederland. Plants. 44 — SALICACEAE. FAMILIE 25- minder sneeuwwit, zeldzamer grijsachtig viltig met blijvend vilt. De vol- wassen bladen zijn ovaal of bijna rond, bochtig getand of gekarteld. De. bladstelen zijn rond, doch naar voren sterk afgeplat, meest niet langer dan de halve bladschijf. De mannelijke katjes zijn 3-4 cM lang, zeer wollig, de vrouwelijke 6-S cM lang en minder wollig. De katjesschubben zijn elliptisch, spitsachtig, niet of zwak ingesneden, niet sterk donzig gewimperd, naar voren roest- kleurig. De mannelijke bloemen hebben 8 meeldraden, de vrouwelijke een eiron


. De flora van Nederland. Plants. 44 — SALICACEAE. FAMILIE 25- minder sneeuwwit, zeldzamer grijsachtig viltig met blijvend vilt. De vol- wassen bladen zijn ovaal of bijna rond, bochtig getand of gekarteld. De. bladstelen zijn rond, doch naar voren sterk afgeplat, meest niet langer dan de halve bladschijf. De mannelijke katjes zijn 3-4 cM lang, zeer wollig, de vrouwelijke 6-S cM lang en minder wollig. De katjesschubben zijn elliptisch, spitsachtig, niet of zwak ingesneden, niet sterk donzig gewimperd, naar voren roest- kleurig. De mannelijke bloemen hebben 8 meeldraden, de vrouwelijke een eirond, spits toeloopend vruchtbeginsel en 2 stempels, t;. 18-30 M. April. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze populier komt in Midden- en Zuid-Europa voor. Bij ons is hij in boschrijke streken, op heidevelden en in de duinen vrij algemeen. Vooral in de duinen is hij nuttig, daar hij den noordwestelijken wind goed weerstaan kan, dus tot bescherming der duinen meewerkt. Volksnamen. Populus alba wordt vaak abeel genoemd, doch ook wel beefessche (in het oostelijk deel van Gelderland en Overijsel), witblad, witboom, zilverpeppel. P. trémula') 1-- Ratelpopulier. (Fig. 41). Deze boom vertakt zich gewoonlijk eerst hoog aan den stam en heeft uitgespreide takken. De schors is grauwgroen en glad, doch wordt later zwartachtig, de jongere takken zijn zwak kort- behaard of kaal. De knoppen zijn kaal, min of meer kleverig. De bladen hebben lange bladstelen, langer dan de bladschijf, waardoor de spreekwoordelijk geworden beweeglijkheid der schijven verklaard wordt. De bladen zijn bijna cirkelrond , meestal overdwars breeder, zij zijn oppervlakkig stomp getand, de hoogere en die der wortelloten zijn korter gesteeld, grooter, bijna driehoekig of ruitvormig met afgeronde zijhoeken, alle zijn aan den voet afgeknot of iets hartvormig, eerst dicht zijdeachtig behaard , later kaal. De blad- stelen zijn afgeplat. De schutbladen der bloemen zijn handvormig ingesneden, donkerbruin doch lang grijs g


Size: 1454px × 1719px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants