. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . a een beter vreugt te (laanDie nimmermeer en zal is de vreugt het bly gefchalDat namaals by Godt wezen zaLEn om te treden tot die eeuwiglyk te zyn verheugt,Wort haar van meenig deftig manSo menigmaal gereiden an:Maar neen, die vreugt en wil men die niet fchoon voor oogen ziet,Te doen gelyk als Godt gebiedtEn dunkt haar niet als maar verdriet.■ Dies wort die vreugde niet geacht,Maar na de Waerelds vreugt getracht,Die dunkt


. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . a een beter vreugt te (laanDie nimmermeer en zal is de vreugt het bly gefchalDat namaals by Godt wezen zaLEn om te treden tot die eeuwiglyk te zyn verheugt,Wort haar van meenig deftig manSo menigmaal gereiden an:Maar neen, die vreugt en wil men die niet fchoon voor oogen ziet,Te doen gelyk als Godt gebiedtEn dunkt haar niet als maar verdriet.■ Dies wort die vreugde niet geacht,Maar na de Waerelds vreugt getracht,Die dunkt haar fchoonder in het oog,JVlaar is, als t Kaasje, zout en droog;Want die met gotdt verftant haar fmaaktEn worter nimmer door vermaakt,En s Waerelds vreugt, en zoet vermaak,Zal namaals geven wranger fmaak. 1 Timoth. 3. V 4, Mser liefhebbers der -jjelluflen, danliefhebberï Godt: Jeremia 19 v. 14. Maar hebben gevjandeit ^ na hetgoedt dunken har es herten, ^c. v. 13. Ende ik tot ugefproken hebbende iroegop zynde enfpre kende. K LXXVIII.Öp 146 Innerlyke Bedenkhgen^ LXXVIII. Op degelegentheidvanetnBruigomdie Ga ft en T? En Bruidegom, die dEchte-ftaat•*^ Met xyn Beminde inne-gaat,Die houdt gemeenelyk een Feeft,Daar hy veel Gaften (bly van geeft)Toe noodigt, ja hy bidt dat zyHem trouwlyk zullen komen by;Doch echter beurt het wel (gewis)Dat iemandt die gebeden isNiet komt, door dien hy iet wa^heeftDat hem. thuis blyvens oorzaak geeft;Want hy dat liever acht wil flaan, AIs^ op verfcheide Gekgenthedcfi. Xé^J Als dat hy zou ter Feefte zulken Gaft de Feeil niet Imaakt,En daar niet mee wort door vermaaktDat doet hy zelfs, en niet die geenDie hem ter Bruiloft heeft gebeé als de Gaft alzo vertoeft,Zo wort de Bruidegom bedroeft,Hy zoekt de Galt met zoet gebiedtTe krygen meé, doch dwingt hem niet, Godt noodt ons op alzulke wys,Tot s Hemels vreugt en zoete fpys:Hy bidt, hy fmeekt waar dat hy kan,Hy roept, hy noodt de menlchen an,Haar komü ter Feeft


Size: 1688px × 1481px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems