. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 80. Fig. 100. Veeldeelige split- vrucht bij een familielid van de kembang sepatoe. of napje van dergelijke uitgegroeide schutbladen en bij de kastanjes (fig. 99) zijn twee of drie vruchten bij elkander geheel ingesloten in een vierkleppig omhulsel van uitgegroeide stekelige schutbladen. Eiken (pasang) en kastanjes (sarangan) komen in Nederlandsch-Indië in de wouden tegen de hellingen van de bergen veel voor. d. De split vrucht bestaat als het ware uit twee of meer met elkander vergroeide dop- vruchtjes, die bij rijpheid vanee


. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 80. Fig. 100. Veeldeelige split- vrucht bij een familielid van de kembang sepatoe. of napje van dergelijke uitgegroeide schutbladen en bij de kastanjes (fig. 99) zijn twee of drie vruchten bij elkander geheel ingesloten in een vierkleppig omhulsel van uitgegroeide stekelige schutbladen. Eiken (pasang) en kastanjes (sarangan) komen in Nederlandsch-Indië in de wouden tegen de hellingen van de bergen veel voor. d. De split vrucht bestaat als het ware uit twee of meer met elkander vergroeide dop- vruchtjes, die bij rijpheid vaneen splijten. Bij sommige als onkruid langs de wegen en tus- schen kreupelhout voorkomende familieleden van de kembang sepatoe (fig. 100) komen veel- deelige splitvruchten voor; tweedeelige treft men aan bij de geheele familie der scherm- bloemigen waar o. a. de venkel, de anijs, de worteltjes, en de koriander toe behooren; wat men het zaad van deze planten noemt zijn in werkelijkheid de splitvruchten (fig. 101); vierdeelige splitvruchten vindt men bij de kemanggi, de selassi en de geheele familie der lipbloemigen. â e. De kluisvrucht verschilt van de splitvrucht doordat de deelen met meer of minder kracht open springen, zoodat de zaden vrij komen en dikwijls w^eggeslingerd wor- den. Een driekluizige vrucht hebben wij bij de djarak, de Hevea en tal van verwante plantensoorten. Æ. De k o k e r V r u c h t is éénbladig, éénhokkig, één- of meerzadig en springt langs één naad open. De tjampaka levert ons een voorbeeld van veel- voudige kokervruchten op. g. De peulvrucht is éénbladig, één- hokkig, in den regel meerzadig en springt langs twee naden, dus met twee kleppen open. De djoear, de pauwenbloem en de flamboyant leveren er ons voorbeelden van op. Men is gewoon ook van peulvruchten te spreken bij eenige familieleden van deze planten waar het vruchtbeginsel een overeenkomstigen bouw vertoont, de vrucht echter niet open springt, zooals bijv.


Size: 1684px × 1484px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectplants, bookyear1923