. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. â COMPOSITAE. 413 te bloeien. Ook zijn de bladslippen breeder, minder stijf. Zij heeft een korten, ais afgebeten wortelstok en een rechtopstaanden, meest van onderen of geheel rooden stengel, die naar boven rechtopstaand vertakt en los spinneweb- achtig wollig is. De onderste bladen zijn liervormig vindeclig met eironde, onregel- matig gekarteld ingesneden eindslip, zij zijn tijdens den bloeitijd meest afge- storven, de hoogere zijn vindeelig met langwerpige, ongelijk vinspletiggetande, vaak 2-3-spletige slippen, waarvan de zijdelingsche bijna rec
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. â COMPOSITAE. 413 te bloeien. Ook zijn de bladslippen breeder, minder stijf. Zij heeft een korten, ais afgebeten wortelstok en een rechtopstaanden, meest van onderen of geheel rooden stengel, die naar boven rechtopstaand vertakt en los spinneweb- achtig wollig is. De onderste bladen zijn liervormig vindeclig met eironde, onregel- matig gekarteld ingesneden eindslip, zij zijn tijdens den bloeitijd meest afge- storven, de hoogere zijn vindeelig met langwerpige, ongelijk vinspletiggetande, vaak 2-3-spletige slippen, waarvan de zijdelingsche bijna rechthoekig afstaan. De bladen zijn van boven levendig groen, van onderen meest viltig behaard. De hoofdjes staan op rechtopstaande stelen en vormen samen een groote, vrij dichte, schermvormige pluim. De om- windselbladen zijn langwerpig-lancet- vormig, toegespitst, aan den top bruin gevlekt. Het buitenomwindsel bestaat meest uit 2 korte, aangedrukte blaadjes. De straalbloemen zijn afstaand, hebben een lijn-lancetvormig lint met 3 stompe tandjes. De bloemen zijn geel. De binnenste vruchten zijn behaard, de buitenste glad, deze met een afvallende haarkroon. 3-9 dM. 33 en 2].. Juliâ October. De variëteit 5. flosciilósns') (3. discoideus-) Koch.) heeft geen straalbloemen. Biologische bijzonderheid. Bij deze soort buigen zich de stijltakken der schijfbloemen ten slotte zoover naar beneden, dat "zij den top van den stijl, waaraan nog stuifmeel zit, aanraken. Voor kruisbestuiving is ook nog al kans, daar de bloeiwijze nog al in het oog valt en er daardoor vrij wat insectenbezoek is. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bijna geheel Europa op grazigen grond voor en is bij ons algemeen. De var. .3. is bij ons vrij zeldzaam. het meest echter in de duinen gevonden. Volksnamen. In het Land van Vollenhove heet de plant beestebloemen en koebloemen, bij Zwolle ijzerboompje, in West-Friesland Jakob's kruis- kruid. in Waterland strommel en in Zuid-Limburg Sint-J
Size: 1243px × 2011px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants