. De flora van Nederland. Plants. Trifolium stellatum Fig. 772. a vruchthoofdie , b vruchtkelk. r\>] 10-ncrvig. De keel is gesloten door viltijje haren en de kelktanden zijn van binnen ^Mad en staan, als de vriichl rijp is, stervorniiji uit. Zij zijn stijf, lancetvormiK. tocijespitst, 3-nervig, 2 maal zoo lang als de buis. De bloemkroon is even lang als of weinig langer dan de kelk. •. 5-25 cM. Mei—Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bouwlanden en op droge heuvels in Zuid- Europa voor en is bij ons alleen aangevoerd op een, niet sumac uit Palermo, bemest klaverveld b


. De flora van Nederland. Plants. Trifolium stellatum Fig. 772. a vruchthoofdie , b vruchtkelk. r\>] 10-ncrvig. De keel is gesloten door viltijje haren en de kelktanden zijn van binnen ^Mad en staan, als de vriichl rijp is, stervorniiji uit. Zij zijn stijf, lancetvormiK. tocijespitst, 3-nervig, 2 maal zoo lang als de buis. De bloemkroon is even lang als of weinig langer dan de kelk. •. 5-25 cM. Mei—Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bouwlanden en op droge heuvels in Zuid- Europa voor en is bij ons alleen aangevoerd op een, niet sumac uit Palermo, bemest klaverveld bij Apeldoorn. T. incarnatum ') L. l n c a r n a a t k I a v e r <fig. 773). Deze plant is dicht behaard met zachte aangedrukte iiaren. De stengel is krachtig, rechtopstaand, meest onvertakt, verwijderd bebladerd. De bladen zijn gesteeld, vooral de onderste langgesteeld, zij hebben groote steunblaadjes, het vrije deel kort, eirond, getand, stomp of spits en aan den top meest zwart purperkleurig is. De blaadjes zijn omgekeerd eirond, naar voren getand. De bloemen staan in meest niet omhulde, groote, langwerpig-kegelvormige, later cylindrische aren. Zij zijn alleenstaand, eindelings, langgesteeld. De bloemsteeltjes zijn door de dicht opeenstaande haren grijswit. De kelk heeft een dichte, ruw behaarde buis (daar- door is de bloeiwijze vóór het opengaan der roode bloemen witgrijs gekleurd) en lancet-priem- vormige, meest 3-nervige tanden, die korter dan de bloemkroon zijn. De kroonoladen der wilde plant zijn rosé, die der gekweekte scharlaken- rood gekleurd. De vruchtkelk heeft een eironde, behaarde buis en een open keel met behaarde, afstaande, stijve, lijnvormige, spitse, bijna ge- lijke tanden, die langer zijn dan de buis. O. 1,5-3 dM. Juni—Augustus. Biologische bijzonderheden. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is in hoofdzaak als bij T. pratense. De kroonbuis heeft een lengte van 8-9 mM, de kelkbuis van 5 niM. De vlag is samengevouwen, dus


Size: 1466px × 1704px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants