. De flora van Nederland. Plants. FAMlLli; 18. — GRAMINAE. 493 (UI. Naald in liet oiulcrstc .ucdraaiclc cleil nici slcrk samcnK'eciiiikt, aan de zijden met een duidelijke . overlani^sehe ^loef. Aaitjes 2-4-hl()eniij,'. Tonj^'ctje ver- lengd. Steeltje lioven de onontwikkelde bloem dicht met lan^e haren bezet. Takken tot 3 aartjes dragend, aan stelen, die aan den top nauwelijks verdikt zijn. As der aartjes onder de 2e bloem met een haarbosje, vaak half zoo lang als dit. Onderste kelkkafje 1-nervig A. |)ube8<-eii8 biz. 496. bb. Naald in het onderste gedraaide deel sterk samengedrukt, daardoor
. De flora van Nederland. Plants. FAMlLli; 18. — GRAMINAE. 493 (UI. Naald in liet oiulcrstc .ucdraaiclc cleil nici slcrk samcnK'eciiiikt, aan de zijden met een duidelijke . overlani^sehe ^loef. Aaitjes 2-4-hl()eniij,'. Tonj^'ctje ver- lengd. Steeltje lioven de onontwikkelde bloem dicht met lan^e haren bezet. Takken tot 3 aartjes dragend, aan stelen, die aan den top nauwelijks verdikt zijn. As der aartjes onder de 2e bloem met een haarbosje, vaak half zoo lang als dit. Onderste kelkkafje 1-nervig A. |)ube8<-eii8 biz. 496. bb. Naald in het onderste gedraaide deel sterk samengedrukt, daardoor tegen het licht gehouden aan de windingen afwisselend dun en dik lijkend. Aartjes meest 3-5-bloemig. Spil der aartjes behaard. Takken der pluim alleenstaand of met maar een takje aan den voet. Bladen smal. Naald meest in of iets onder, zelden boven het midden, uit het onderste kroonkafje gaand. Bladen van boven zeer ruw, vooral aan de onderste met rugwaarts ruwe scheede. Stelen der aartjes ruw, aan den top verdikt blz. 496. B. Vrucht los door de kroonkafjes omhuld, ongegroefd. Aartjes minder dan 1 cM lang. Vruchtbeginsel onbehaard. Aartjes eiliptisch-lancelvormig, meest 3-4-, zelden 2-bloeniig. Stongel onder de pluim kaal of met weinig lange haren bezet. Pluim los uitgespreid of verlengd aarvormig. Overblijvende plant. Bladen met meest door dunne, zachte haren donzige, soms ruwe scheede en vlakke bladschijf. Onderste kelkkafje 1-nervig, aanzienlijk korter dan het 3-nervige bovenste. Onderste kroonkafje kaal, de spitsen in een korte naald uitloopend, bovendien met een naald uit het midden er van uitgaand. A. flavescens blz. 497. A. sativa') L Haver (fig. 426). Deze plant heeft een aan den voet bundelsgewijs vertakten stengel, die boven niet vertakt, verder opstijgend of rechtop- staand, glad en kaal is. De bladen zijn in de jeugd opgerold en hebben kale, gladde scheeden en vrij breede, aan den voet afgeronde, meest ge- winiperde, naar boven geleidelijk toegespitste
Size: 1439px × 1735px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants