. Album der Natuur. löü HET ONTSTAAN DER jong slechts door de grondvlakte van den schedel heen te dringen en kan hiertoe denzelfden weg volgen, dien de groote vaten nemen, welke door de gaten van den schedel tot de hersenen geraken. Men zal ge- reedelijk toestemmen, dat deze kennis der lotgevallen van den hersen- blaasworm goede vruchten kan dragen en gelegenheid geeft tot behoorlijke voorzorgen om de groote uitbreiding der draaiziekte tegen te gaan. Eene derde soort, die wij in het kort vermelden willen, is de Taenia echinococcus. De zoogenoemde Echinococcus (zie fig. 18) i
. Album der Natuur. löü HET ONTSTAAN DER jong slechts door de grondvlakte van den schedel heen te dringen en kan hiertoe denzelfden weg volgen, dien de groote vaten nemen, welke door de gaten van den schedel tot de hersenen geraken. Men zal ge- reedelijk toestemmen, dat deze kennis der lotgevallen van den hersen- blaasworm goede vruchten kan dragen en gelegenheid geeft tot behoorlijke voorzorgen om de groote uitbreiding der draaiziekte tegen te gaan. Eene derde soort, die wij in het kort vermelden willen, is de Taenia echinococcus. De zoogenoemde Echinococcus (zie fig. 18) is sinds lang bekend en wordt mede onder de hydatiden gerekend, maar is eveneens een blaasworm , uit het ei van den genoem- den lintworm afkomstig. Het uit het ei gekomen jong dringt in allerlei deelen in de lever, in het buik- vlies, in het oog, in de hersenen van allerlei dieren, zoo als het rund, de geit, het schaap, het zwijn Fig. 18. Echino- en anderen, door en wordt tot blaasworm. Ook coccus van den , . ,n , , . ~ TT mensch. Vergroot, de mensen zelt strekt hem tot woning, üp IJs- land is het zesde deel der bevolking er door aangetast; verschil- lende ingewanden worden er doNor vernield en de mensch is meestal het slagtoffer. Deze blaasworm wijkt daardoor van de vorigen af, dat het jong, tot blaas geworden, niet onmiddellijk een of meer lintworm- koppen voortbrengt, maar eerst eene groote menigte andere blaasjes, die zich vrij in de holte der oorspronkelijke blaas bevinden. Deze ingesloten blazen zijn het, waaraan lintwormkoppen ontstaan, die zich verder nog daardoor onderscheiden, dat zij weldra van het blaasje losraken en vrij in het vocht der grootere blaas rondzweven. Het is gebleken, dat de uiterst kleine lintwormkoppen of tweede voedsters ook weder in den hond hunne verdere ontwikkeling krijgen: zij vor- men daar zeer kleine lintwormen, die uit niet meer dan 2 of 3 leden of geslachtsdieren bestaan , zoodat hunne geheele lengte slechts vier of vijf strepen bedr
Size: 1060px × 2358px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura