. De flora van Nederland. Plants. 580 — ROSACEAE. — FAMILIE 77. Pfi. Kroonbladen bijna steeds klierachtig gewimperd. Schijnvrucht knikkend, vroeg week wordend. Kelkslippen blijvend. R. pomifera blz. 584. bb. Vruchtjes zittend. Steunbladen aan de bloeiende en de niet-bloeiende takken vrijwel gelijk. Kelkslippen eirond, ingesneden, korter dan de kroonbladen. Loten met zwakke stekels. Bloemen rechtopstaand. Schijnvrucht bolrond. R. •rallica blz. 584. b. Stekels der loten ongelijk, de grootere priemvormig, recht, de kleinere borstel- vormig. Bloemen alleenstaand, meest zonder, zelden met een schut
. De flora van Nederland. Plants. 580 — ROSACEAE. — FAMILIE 77. Pfi. Kroonbladen bijna steeds klierachtig gewimperd. Schijnvrucht knikkend, vroeg week wordend. Kelkslippen blijvend. R. pomifera blz. 584. bb. Vruchtjes zittend. Steunbladen aan de bloeiende en de niet-bloeiende takken vrijwel gelijk. Kelkslippen eirond, ingesneden, korter dan de kroonbladen. Loten met zwakke stekels. Bloemen rechtopstaand. Schijnvrucht bolrond. R. •rallica blz. 584. b. Stekels der loten ongelijk, de grootere priemvormig, recht, de kleinere borstel- vormig. Bloemen alleenstaand, meest zonder, zelden met een schutblaadje. Vruchtjes bijna zittend of de steel niet half zoo lang als de vrucht. Oudere takken verspreid stekelig. Steunbladen der bloeiende en niet-bloeiende takken bijna gelijk. Kelkslippen korter dan de kroonbladen, ongedeeld, bij de vrucht samenneigend. Vruchtstelen rechtopstaand R. pimpinellifolia blz. 584. R. arvénsisi) Huds. Akkerroos (fig. 706). Bij dezen heester liggen meestal de takken, doch soms klimmen zij. De stekels aan de hoofdtakken zijn stijf, gekromd, die aan de kleinere takken fijner, uit een samen- gedrukten voet priem-sikkelvormig of bijna recht. De steunbladen zijn vrij smal, het vrije deel is eirond-lancetvormig. De bladen aan de bloeiende takken hebben vaak (5-)7 blaadjes, deze zijn dun, meest breed elliptisch en spits, soms stomp of iets toegespitst, beneden dof en bleekgroen, enkel gezaagd, van onderen niet glanzig. De bloemstelen zijn lang, meest kaal, soms fijn- donzig, vaak met korte klieren bezet. De bloemen staan alleen of in bijschermen en Rosa arvensis zijn wit, rcukcloos. De kelkbuis is kaal, de kelk- F'g-"o*^- slippen zijn eirond, toegespitst, soms iets vin- spletig, na den bloeitijd teruggeslagen, zij vallen af voor de vrucht rijp is. De zuil, door de stijlen gevormd, is omstreeks even hoog als de meel- draden. De vruchten zijn klein, rechtopstaand, ellipsoidisch of bijna bol- rond, scharlakenrood, zij worden later zacht, t 12-18 dM
Size: 1433px × 1743px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants