. De flora van Nederland. Plants. FAMILIF-: 30. CHENOPODIACEAE. 1()9 De onderste hladen zijn eirond of luitvorinii,', plotseling in een steel versmald, iets vleezifr met vsx'iniK verdikte nerven, de hoofere bladeren naderen meer tot lancetvormij;. De bloemen hebben 2 lancetvormij^'e stempels. De vrucht is vrij j^root, de slippen van het bloemdck er tc^en aan. â ^. of O0. 3âH dM. JuniâSeptember. Voorkomen in Europa en in Nederland. Daar B. maritima de stamvorm van H. vuljjaris is en deze aan de Zuid-Eiiropeesche kusten inhcemsch schijnt te zijn, zullen de op Urk en bij Zwijndrecht trev
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIF-: 30. CHENOPODIACEAE. 1()9 De onderste hladen zijn eirond of luitvorinii,', plotseling in een steel versmald, iets vleezifr met vsx'iniK verdikte nerven, de hoofere bladeren naderen meer tot lancetvormij;. De bloemen hebben 2 lancetvormij^'e stempels. De vrucht is vrij j^root, de slippen van het bloemdck er tc^en aan. â ^. of O0. 3âH dM. JuniâSeptember. Voorkomen in Europa en in Nederland. Daar B. maritima de stamvorm van H. vuljjaris is en deze aan de Zuid-Eiiropeesche kusten inhcemsch schijnt te zijn, zullen de op Urk en bij Zwijndrecht trevonden planten, die kruipende of ii^Kende stengels en een veelhoofdii,'en wortel hebben, waarschijnlijk wel uit zaad van ijekweekte exemplaren ontstaan zijn, die tot den stamvorm zijn teru,t;;jaan. 9. Spinacia ') Trn. -v^ Fig. 118. Vruchten van Spinacia oleracea. Planten 2-liuizig. Mannelijke bloemen met 4-, zelden 5-deeIiii; bloemdek en 4 of 5 meeidraden, die aan den voet van het bloemdek zijn ingeplant. Vrouwelijke bloemen met een 2-4-tandig bloemdek, en een vruchtbeginsel met 4 draadvormige, lange stempels. Vrucht omgeven door het verharde bloem- dek, waarvan de tanden meest tot stekels zijn uitge- groeid (fig. 118 <7, b). Zaad rechtopstaand met naar beneden gericht worteltje. Bladen verspreid. Bloemen in gaffelvormig beginnende bijschermen, die kluwens vormen, zittend, zonder schutblaadjes. De kluwens vormen bij de mannelijke planten afgebroken, onbebladerde, eind-of okselstandige schijn- aren, doch staan bij de vrouwelijke onmiddellijk in de bladoksels. S. oleracea') L. Spinazie. (Fig. 119). De plant is kaal, onbestoven, heeft een spilvormigen wortel en een rechtopstaanden , gegroefden , hollen stengel, die al of niet vertakt en dicht opeenstaand bebla- derd is. De bladen zijn langgesteeld, de onderste en middelste 3-hoekig pijlvormig of langwerpig- eirond (zoo het meest bij de var. 5. glabra), iets spits, gaafrandig of getand, de hoogere zijn langwerpig met wi
Size: 1410px × 1772px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants