. Album der Natuur. 362 OVER PAUELS EN PARELVlSSCHEElJ. Volgens eene oud-Indische sage zouden zij haar ontstaan te danken hebben aan regendruppels, die door het schelpdier worden opgenomen, om vervolgens door de verwarmende zonnestralen langzamerhand tot parels gevormd te worden. Zelfs in de middeleeuwen vindt men deze sage nog herhaaldelijk terug en het schijnt, dat verscheidene Indische volksstammen de vorming der parels nog op dezelfde wijze verklaren. Mijne lezers zullen echter hiermede wel niet tevreden zijn en aan eene natuurlijke verklaring der natuurverschijnselen de voorkeur geven. He


. Album der Natuur. 362 OVER PAUELS EN PARELVlSSCHEElJ. Volgens eene oud-Indische sage zouden zij haar ontstaan te danken hebben aan regendruppels, die door het schelpdier worden opgenomen, om vervolgens door de verwarmende zonnestralen langzamerhand tot parels gevormd te worden. Zelfs in de middeleeuwen vindt men deze sage nog herhaaldelijk terug en het schijnt, dat verscheidene Indische volksstammen de vorming der parels nog op dezelfde wijze verklaren. Mijne lezers zullen echter hiermede wel niet tevreden zijn en aan eene natuurlijke verklaring der natuurverschijnselen de voorkeur geven. Het ligt immers voor de hand, dat de vorming der parels van het dier zelf, waarin zij gevonden worden, uitgaat. Eeeds in de vorige eeuw won deze meening meer en meer veld en men zag terecht in, dat er eerst eene nauwkeurige kennis van het dier dient verkregen te zijn, wil men het ontwikkelingsproces leeren kennen. Ook wij willen dezen weg volgen en trachten ons eene duidelijke voorstelling van het dier te maken. Zooeven zagen wij reeds, dat de twee genoemde dieren tot de twee- schalige weekdieren behooren, welke o. a. gekenmerkt zijn door het bezit van een schelp, die uit twee, aan de rugzij de met elkander verbonden helften bestaat. Plaatsen wij nu het dier zóó (het is ons hetzelfde welk tweeschalig schelpdier wij tot voorbeeld kiezen), dat deze zijde naar boven is gekeerd, dan kunnen wij het vergelijken met een ingebonden boek, welks rug naar boven is gericht. Wij zien nl. (zie fig. 1) dat het dier uit een aantal bladen of platen bestaat, waarvan de buitenste a uit de kalkachtige schelp ge- vormd is en vergeleken kan worden met den kar- tonnen band van het boek. Tegen de schelp aan ligt een tweede blad , het zoogenaamde mantelblad h, dat iets kleiner is dan het eerstgenoemde, langs zijn rand er mede vergroeid is en uit een zacht weefsel bestaat; dit blad kan men vergelijken met het schut- blad van het boek. Op dit mantelblad volgen naar binnen twee kleinere bladen, de plaatvo


Size: 1127px × 2218px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, bo, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber1024