. De flora van Nederland. Plants. 78 POLYGONACEAE. Familie veenwortel of roode veenwortel, in Friesland parbeamswortel, in verschil- lende streken waterwilg, roowilg, wilde wilg, op Overflakkee heet zij roodbeen, op Schouwen roode jan. P. tomentósum') Schrk. (P. Lapathifolium-) L., P. pallidum ') With.) Vil- tige duizendknoop (Fig. 77). De plant is bleekgroen met een vrij krachtigen, rechtopstaanden of op- stijgenden stengel met zeer lange leden en is al of niet behaard. De knoopen zijn weinig aangezwollen. De bladen zijn elliptisch-langwerpig tot lancetvormig, vaak stompachtig, van onde


. De flora van Nederland. Plants. 78 POLYGONACEAE. Familie veenwortel of roode veenwortel, in Friesland parbeamswortel, in verschil- lende streken waterwilg, roowilg, wilde wilg, op Overflakkee heet zij roodbeen, op Schouwen roode jan. P. tomentósum') Schrk. (P. Lapathifolium-) L., P. pallidum ') With.) Vil- tige duizendknoop (Fig. 77). De plant is bleekgroen met een vrij krachtigen, rechtopstaanden of op- stijgenden stengel met zeer lange leden en is al of niet behaard. De knoopen zijn weinig aangezwollen. De bladen zijn elliptisch-langwerpig tot lancetvormig, vaak stompachtig, van onderen van klierpuntjes voorzien , vaak met een halvemaanvormige, donkere vlek. De onderste zijn kort gesteeld. De tuitjes zijn los, kaal of iets kort behaard, kort en fijn gewimperd. De schijntrossen zijn kort, dik, stomp en ovaal. Het bloemdek is 5-deelig, meest groen, soms vuilwit of vuilrood met stompe slippen , terwijl bloemstelen en bloemdek klierachtig zijn door gele klieren. Meeldraden zijn er meest 6. De vrucht is aan weerskanten verdiept. De zaden zijn cirkelrond, aan weerszijden ingedrukt ^ donker roodbruin. ^.. 3-6 dM. JuliâHerfst. Men onderscheidt de volgende vormen: 1. vulgatum *) de Br. met glanzige zaden, a. glabrum ^) met onbehaarde bladen, met meest rechtopgaanden, onvertakten stengel en smalle bladen, die van onderen grijs- of witachtig viitig zijn. II. somphoricarpum ') de Br. met doffe zaden. Bioligische bijzonderheden. De bloemen zijn veel grooter dan die van P. nodosum en P. Persicaria. Zij zijn homogaam. De inrichting der bloemen met het oog op de bestuiving is als bij P. Persicaria, alleen komen in het laatst van den bloeitijd 1 of meer meeldraden door naar binnen buigen mef de stempels in aanraking. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op vochtige akkers, aan slootkanten en moerassen voor en ook langs wegen. Bij ons zijn «. glabrum en p. incanum beide vrij algemeen, doch de vorm somphoricarpum is zeldzaam gevonden. Vol


Size: 1424px × 1754px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants