. Album der Natuur. OVER COLEOPHOEEN EN ANDERE KLEINE MOTTEN. Wordt door haren «roei dit kokertje te klein, dan vergrooten zij het door aan de boven-opening ringetjes van bladzelfstandigheid aan te zetten, en is dit middel niet meer voldoeade, dan maken zij eene geheel nieuwe (nu regte) woning (zie vorenstaande fig. 1 en 2). Het maken ven zulk eene woning heb ik bij eene soort (^Fuscedinella) eens waargenomen. De rups boorde een gaatje in de bovenste bladplaat en plaatste daarin de boven-opening van het kokertje ; langzaam begaf' zij zich al verder en verder uit het koker- tje tusschen de blad


. Album der Natuur. OVER COLEOPHOEEN EN ANDERE KLEINE MOTTEN. Wordt door haren «roei dit kokertje te klein, dan vergrooten zij het door aan de boven-opening ringetjes van bladzelfstandigheid aan te zetten, en is dit middel niet meer voldoeade, dan maken zij eene geheel nieuwe (nu regte) woning (zie vorenstaande fig. 1 en 2). Het maken ven zulk eene woning heb ik bij eene soort (^Fuscedinella) eens waargenomen. De rups boorde een gaatje in de bovenste bladplaat en plaatste daarin de boven-opening van het kokertje ; langzaam begaf' zij zich al verder en verder uit het koker- tje tusschen de bladplaten , het parenchijm vóór zich weg vretende. Ein- Fig. 3. delijk had zij hare woning geheel verlaten en was met het van elkander eten der bladplaten tot aan den rand van het blad gekomen. De grootte der uitge- knaagde plaats was toen ongeveer 5 millim. in 't vier- kant ; nu maakte zij de bovenste plaat rondom het nog gave gedeelte van het blad los en haalde de randen om het lijf te zamen met eenige fijne draadjes zijde. Binnen een paar uren omsloot de nieuwe woning het geheele ligchaam der rups. Niet alle soorten voeden zich met en maken de kokertjes van bladen, maar er zijn ook vele soorten, die van plantenzaden leven en zich van uitgeholde zaadkorrels als kokers bedienen. Deze rupsen zijn meestal dan ook moeijelijk te vinden door de groote I-ij. 4. overeenkomst, die haar hulsel met het voedsel heeft; andere soorten weder maken oen ko- kertje van enkel zij en kunnen het dus, als het te klein wordt, gemak- kelijk vergrooten. De soorten, die van het parenchijm der bladen C. Coracipunneila. leven , maken in eene der bladplaten een kleine opening, steken daarin den kop en knagen zoo het parenchijm in den omtrek van het gaatje weg, zich meer dan halverwege uit het kokertje begevende. Hare woning verlaten zij nooit, tenzij om eene andere te maken, en dragen haar overal met Hups van Coleoph» Please note that these images are extracted from scanned page


Size: 1089px × 2294px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura