. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . , gelaen met doodt! hoc prickelt ghij mijn dus, ontelbre Swarmen lIn angeltimij terdoodt i hebt over mijn TSeyr- (om fnoepen dol) beipiede een nieuwe kans:De %ijkens (öp haer hoed) verleeren hem al thansHet fnoepen beter af: zy priemen hem zijn oogen,Zij n ooren en zijn muy 1: en fbnder mededoogen Doorbooren hem zijn vel ;\ met vlimmen in zijn huyd,,Dat hy verbolgen ti


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . , gelaen met doodt! hoc prickelt ghij mijn dus, ontelbre Swarmen lIn angeltimij terdoodt i hebt over mijn TSeyr- (om fnoepen dol) beipiede een nieuwe kans:De %ijkens (öp haer hoed) verleeren hem al thansHet fnoepen beter af: zy priemen hem zijn oogen,Zij n ooren en zijn muy 1: en fbnder mededoogen Doorbooren hem zijn vel ;\ met vlimmen in zijn huyd,,Dat hy verbolgen tiert, en krijfcht gants overluyd:Ick heb te laet met fchae mijn domheyd ondervonden,,Ick worde recht gepijnt om mijn bedreven fonden:;Was ick niet eerft geleert,dat ick nu andermaalMoet klagen mijn verdriet, en lijden defe qqael?„ Wiens herte brandt en blaeckt zijn naeften te befchaden^„ Moetftraffe, fchande en fmaetop zijnenhalfe laden.„ Wie tijdelijcken keert, en hout zulex voor gewis,„Dat dit eenlefTé tot zijn onderwijzinge is,„ Sal naemaels zijn geruft, en niemant meer bedroeven,,n,Genoegen metjiet zijn, ensanders niet io8 Warande d* r Dieren. iq8. De Vrouwe en henne*. COo ging liet Dionyjto den Tyran. Want als hij met de Contributie^niet te vreden was, die zijn onderfaten gewillig gaven, maerwoude altoos haer meer afdringen, ende haer met ondraeghlijc-ke laften bezwaren: doe heeft hij haer niet alleen in de grondverdorven, maer ook hem felf s om land ende luyden gebracht,twelck hem namaels zijn levedage (doch tevergeefs) isleedtgeweeft. Plutarchus. CVIH. * flechte S&orjdieeerftffiael qtiam aen t fchr&-pcn, . Bequam een Lombaertfche /fètt, heel ibnderling gefchapen;Die zwanger dagelijcx haer gretige waerdinEen Gulden Ey int neft bracht totbefbldingin. Waer uyt dan Overvloed en Rijckdom \ greetigh hertc Van defe wrecke Sack, belaten val van fmerte: Die met dees vafte rente en inkomft niet vernoeght,Heeft tot der tfennen dus haer redenen ge


Size: 1700px × 1469px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems