. De flora van Nederland. Plants. 236 — SALVINIACEAE. — FAMILIE 8. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West-, Midden- en Zuid-Europa in moerassen en vijvers voor, ook wel aan droog geworden oevers van kleine meertjes en in uitgedroogde slooten. Zij is bij ons in vele streken vrij algemeen. Familie 8. Salviniaceae D. C Watervaren s. Sporenomhulsels eenhokkig, eenslachtig, de eene een uit vele micro- sporangiën bestaanden sorus bevattend, de andere met een sorus, die uit een veel geringer aantal macrosporangiën bestaat (soms slechts uit 1). De microsporen liggen in schuimachtig


. De flora van Nederland. Plants. 236 — SALVINIACEAE. — FAMILIE 8. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West-, Midden- en Zuid-Europa in moerassen en vijvers voor, ook wel aan droog geworden oevers van kleine meertjes en in uitgedroogde slooten. Zij is bij ons in vele streken vrij algemeen. Familie 8. Salviniaceae D. C Watervaren s. Sporenomhulsels eenhokkig, eenslachtig, de eene een uit vele micro- sporangiën bestaanden sorus bevattend, de andere met een sorus, die uit een veel geringer aantal macrosporangiën bestaat (soms slechts uit 1). De microsporen liggen in schuimachtig protoplasma, ook de macrosporen zijn er door omgeven. Voorkiem klein. Meest kleine of zeer kleine, teere, meest eenjarige, drijvende waterplanten met in den knop overlangs gevouwen bladen. Tabel tot het deter mineeren der jjeslachten der Salviniaceae. A. Plant zonder wortels. Stengel iets vinvormig vertakt. Bladen in afwisselende kransen; aan de rugzijde telkens 2-13 niM lange, ongedeelde, drijvende luchtbladen, aan de buikzijde een ondergedoken, wortelachtig vertakt waterblad. Sporekapsels 2 of meer bijeen aan den voet van het waterblad, alle even groot Salvinia blz. 236. B. Stengel sterk vertakt, aan de buikzijde wortels, aan de rugzijde in 2 rijen tot aan den voet 2-deelige ' ^.-2 mM lange bladen dragend. De bovenste slip van deze drijft, de andere is ondergedoken. Sporekapsels 2-4 bijeen aan het ondergedoken bladdeel van het onderste blad van een tak, de mannelijke grooter Azolla blz. 237. 1. Salvinia ') Mich. S. natans-) All. Vlot var en (fig. 144). Deze plant heeft geen wortels. De stengels zijn iets vinvormig vertakt en draadvormig. Zoowel deze als de onderviakte der bladen en de spore- kapsels zijn behaard. De bladen staan in afwisselende kransen, aan de rugzijde draagt de stengel telkens op 2a 3 mM afstand, ongedeelde, drijvende luchtbladen, aan de onderzijde een ondergedoken, wortelachtig vertakt wortel- blad. De gewone bladen zijn kort gesteeld, circa 1 cM lan


Size: 1415px × 1765px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants