. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . gers om. Diodokus LXXXIIIL DE klauterende lyatcQn Haen haddeopgegrepen,ttn in haer pooten hielt hem vafl en ftijf genepen:Bloed-fchender, (^eyde zij,) hoereerder, razebol,Ghij hebt, ghij hebt nu uytgefpeelt uws levens rol:Ghij hebt de dood verfchulc: deeli oogen zuldij meer u moeder noch u fufter niet gebruycken,Om uwer geylen luft met haer
. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose : ende uytleggingen, in rijm verklaert . gers om. Diodokus LXXXIIIL DE klauterende lyatcQn Haen haddeopgegrepen,ttn in haer pooten hielt hem vafl en ftijf genepen:Bloed-fchender, (^eyde zij,) hoereerder, razebol,Ghij hebt, ghij hebt nu uytgefpeelt uws levens rol:Ghij hebt de dood verfchulc: deeli oogen zuldij meer u moeder noch u fufter niet gebruycken,Om uwer geylen luft met haer te bluflchen uy zult vroegmorgens niet meer maecken groot geluy tjNoch in haer zoetfte ruft de flapers komen Kloppen om tonrgaen des K^^tten heeten toren,Zijn onfchult maeckte, dat hi) t niet en was alleen,Maer zulcx met al de reft der voglen had /^tt en luyftert noch nae onfchult, noch geweten:Maer heeft der Hmnen-^oelo^ ftaende voet verbeten.„ Wie yemand haten wil, en is tot wraeck gezind,„ Al lichtelijcken een gevonden oorzaeck vind :5, Geen onfchuld gelden magh int vierfchaer der tyrannen,„ Daer reen en billijckheyd van ouds is uy tgebannen. §5 Warande der. Dieren. Sy. 2)e Jatten Je A Lfolcken Kats-Itft heeft W/f^r/rf^kV/gebruyckt, Ahhi] DarHaio», die tegen den Koningufr/rf**r*#w.■** rebelleerde, wilde dooden. Want als hij merckte, dat hij hem in een veldflagh niet fterck genoeghv/as> 103 gebtuyckte hij dcfe lift. Hij isaeckte een hcymelijckbeftandtmet^rr<»*«rjfe, endenam krijgj-▼olk aen , ende ftelde den dief, als of hij oock, gelijk Damates van den Roninck afgevallen ware. Nam©ock in den lchijn , met goeden weten ende wille des Konings etlijcke Steden, ende vaftigheden in, endegaf zich voor een vijand des Konings uyt; Hond oock na een vriendlijk gefprcck, ende alliantie met/)<»-wiate te houden, ende zijn krijghsheyr bij het zijne te voegen , ende alfbo een heyrkracht uyt beyden te-gen ArtJxerxem te velJe te
Size: 1735px × 1440px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden1, bookdecade1680, booksubjectemblems