. De flora van Nederland. Plants. 82 BORAGINACEAE. — FAMILIE 92. buis ingesloten, met bijna zittende helmknopjes. Stijl kort met gaven of uitgeranden stempel. Vrucht gevormd door 4 rechtopstaande, driehoekige of saamgedrukte, van buiten fijnknobbelige deelvruchtjes, die op de zijkanten met gekromde stekels bezet zijn en grootendeels met het middenzuiltje vergroeid zijn. Bloemen blauw, klein, in eindelingsche, losse, veelbloemige, bebladerde, ongevorkte bijschermen (meestal 2). Bladen langwerpig of lancetvormig, de onderste in een steel versmald, de hoogere zittend. Kruidachtige, stijve, ruw be
. De flora van Nederland. Plants. 82 BORAGINACEAE. — FAMILIE 92. buis ingesloten, met bijna zittende helmknopjes. Stijl kort met gaven of uitgeranden stempel. Vrucht gevormd door 4 rechtopstaande, driehoekige of saamgedrukte, van buiten fijnknobbelige deelvruchtjes, die op de zijkanten met gekromde stekels bezet zijn en grootendeels met het middenzuiltje vergroeid zijn. Bloemen blauw, klein, in eindelingsche, losse, veelbloemige, bebladerde, ongevorkte bijschermen (meestal 2). Bladen langwerpig of lancetvormig, de onderste in een steel versmald, de hoogere zittend. Kruidachtige, stijve, ruw behaarde planten met rechtopstaande, naar boven meest vertakte stengels. De planten gelijken veel op Myosotissoorten. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Lappula. A. Bloemstelen na den bloei rechtopstaand. Deelvruchtjes aan den rand met 2 rijen weerhaken L. Myosotis blz. 82. B. Bloemstelen na den bloei teruggeslagen. Deelvruchtjes aan den rand met 1 rij weer- haken L. deflexa blz. 83. L. Myosotis 1) Mnch. (Echinospérmum Lappula Lehm.). Stekelzaad (fig. 99). De plant is stijf behaard, meest grijs. De wortel is dun, draadvormig. De stengel is rechtopgaand, rolrond, aan den top vertakt, met uitgespreide takken. De bladen (fig. 99) zijn langwerpig- lancetvormig, 1-nervig, de onderste zijn steel- achtig versmald met ten slotte op knobbeltjes staande haren. De bloemen zijn klein (2-4 mM breed) en staan in aarvormige, ten slotte lange bijscher- men. De bloemstelen zijn ook na den bloei rechtopstaand, verdikt, korter dan de wijd uitgespreide kelkslippen. De kelk is 5-deelig, rechtopstaand. De bloemkroon (fig. 99) is trompetvormig, eerst wit, dan bleekrood, later lichtblauw met een buis, die korter dan de kelk is en een uitgeholden zoom, die korter dan de buis is, terwijl de keel door kleine, gele keelschubben gesloten is. Er zijn 5 in de bloemkroon opgesloten meeldraden. De deelvruchtjes (fig. 99) zijn drie- hoekig, vlak, aan den rand met 2 rijen weerhaken bezet,
Size: 1437px × 1738px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants