. De flora van Nederland. Plants. 410 — COMPOSITAE. — FAMILIE 109. Aan den vruchtwand zitten bijzondere slijm afscheidende haren, waardoor de vrucht zich beter aan het kiembed hecht. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt door geheel Europa op bebouwde en onbebouwde plaatsen voor en is bij ons algemeen. Volksnamen. De naam kruiswortel is algemeen in gebruik. Verder spreekt men in Groningen, de Noord-Veluwe en Waterland van vogeltjeskruid, in Friesland en op Walcheren van Sint-Janskruid, in Oost-Drente, de Veluwe en Utrecht van kanariekruid, in Salland van reulink, in de Graaf- scha


. De flora van Nederland. Plants. 410 — COMPOSITAE. — FAMILIE 109. Aan den vruchtwand zitten bijzondere slijm afscheidende haren, waardoor de vrucht zich beter aan het kiembed hecht. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt door geheel Europa op bebouwde en onbebouwde plaatsen voor en is bij ons algemeen. Volksnamen. De naam kruiswortel is algemeen in gebruik. Verder spreekt men in Groningen, de Noord-Veluwe en Waterland van vogeltjeskruid, in Friesland en op Walcheren van Sint-Janskruid, in Oost-Drente, de Veluwe en Utrecht van kanariekruid, in Salland van reulink, in de Graaf- schap Zutphen en den Achterhoek van Gelderland van knoppert, aan den Veluwezoom van modderpooten, in Noord-Limburg van pluisjes, in Zuid- Limburg van dikkop en kruisblad, op Texel van munnikenbladen, in West-Friesland, Utrecht en op Walcheren van gemeen kruiskruid, in Water- land van heidensch wonderkruid, in Noord-Brabant, op Zuid-Beveland, Walcheren en in Zeeuwsch-Vlaanderen van sensejuun (verbastering van het Fransche senecon), op Walcheren en in Zeeuwsch-Vlaanderen van sinsoen (id.), op Goeree van pluiskruid, op Schouwen van eksuun, in Zeeuwsch-Vlaanderen van ritse en in het Land van Hulst van kruiskeskruid. S. viscósus Deze plant. L. Kleverig kruiskruid (tig. 511). is klierachtig vrij dichtbehaard en voelt daardoor vettig aan. Zij heeft een rechtopstaanden, vertakten stengel. De bladen zijn bochtig vinspletig met naar den voet geleidelijk afnemende, eironde tot lang- werpig-eironde slippen, die evenals de midden- streep en de oortjes ongelijk getand zijn. De onderste zijn gesteeld, de bovenste zittend, vaak geoord. De hoofdjes zijn 2 maal zoo groot als bij S. vulgaris, zij zijn los scherm-pluimvormig ver- eenigd. Het omwindsel is cylindrisch, behaard en bestaat uit een rij klierachtige, lijnvormige, spitse, iets witvliezige blaadjes met bruinen top. De buitenomwindselbladen zijn alleen aan den top gevlekt, half zoo lang als het omwindsel en ook klierachtig dicht behaard.


Size: 1406px × 1776px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants