. De flora van Nederland. Plants. 28 — ONDERWERPEN UIT DE PHYSIOLOGIE EN BIOLOGIE DER PLANTEN. — vertoonen nog een groot verschil in bouw, in verband met de insecten, die er heen komen. Sommige zijn geheel ingericht voor insecten met korte slurven (kevers, vliegen, kortsnuitige bijen), omdat de honig vrijwel open ligt, bij andere is de honig in groeven of buizen verborgen, daar zijn hommels, zweefviiegen en vlinders, die lange slurven hebben, de aangewezen bloembezoekers. Het zal nader blijken, dat meestal de bloemen zoo zijn ingericht, dat de insecten een bepaalde plaats vinden, geschikt om z


. De flora van Nederland. Plants. 28 — ONDERWERPEN UIT DE PHYSIOLOGIE EN BIOLOGIE DER PLANTEN. — vertoonen nog een groot verschil in bouw, in verband met de insecten, die er heen komen. Sommige zijn geheel ingericht voor insecten met korte slurven (kevers, vliegen, kortsnuitige bijen), omdat de honig vrijwel open ligt, bij andere is de honig in groeven of buizen verborgen, daar zijn hommels, zweefviiegen en vlinders, die lange slurven hebben, de aangewezen bloembezoekers. Het zal nader blijken, dat meestal de bloemen zoo zijn ingericht, dat de insecten een bepaalde plaats vinden, geschikt om zich op neer te zetten, dat zij bij het honig halen aan het een of ander deel van hun lichaam stuifmeel ontvangen, terwijl in andere bloemen, welke zij daarna bezoeken, de stempels meest zoo staan, dat zij het daaraan weer afgeven. Zelfs vindt men in vele bloemen nog reeksen van haren of gekleurde teekeningen op de bloembekleedsels (het honigmerk), die den v/eg aanwijzen, dien de insectenslurf te volgen heeft, om den honig te bereiken. Juist die insectenbloemen vertoonen de grootste verschillen in bouw en vele zijn zelfs geheel voor het bezoek van bepaalde insecten ingericht, zoo zelfs dat men van hommel-, bijen- en vlinder-(dag-en nachtvlinderbloemen) bloemen kan spreken. Ook zijn er bloemen, waarin de insecten niet of niet alleen voedsel vinden, doch die zij bezoeken, omdat ze hun beschutting bieden. Zij worden er dan vaak een tijdlang in vastgehouden. Een kleine groep van bloemen lokt door haar uiterlijk insecten, doch geeft ze weinig of geen voedsel. 5. Insecten, die voor de bestuiving zorgen. Dit zijn a. Vlinders. De naar beneden spiraalvormig opgerolde buis, die zij voor aan den kop hebben zitten, de zoog. roltong (fig. 90), die uitgestoken kan worden, stelt hen in staat de meest verschillende bloemen te be- zoeken en uit de langste en nauwste buizen honig te halen. De lengte van die roltong wisselt zeer, van eenige mM. tot 8 cM. (bij de winde pijlstaartvlinder, S


Size: 1600px × 1562px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants