. Beschouwing der Wereld . in der eeuwigheid. Van Der WERELD. 30? Van den opgang der zonne af, tot haaren neder*gang, zy de Naamede HE E REN gelooft. Af ATTHEUS XVIII: 2,^4. En Jezus een kindeken tot hem geroepen hebbende,(lelde dat in t midden van haar, En zeide , voorwaar zegge ik u, indien gy u nieten veranderd , en word gelyk de kinderkens , zo enzult gy in het Koningryk der Hemelen geenfins in-naan. Zo wie dan hem zelven zal vernederen gelyk ditkindeken , deze is de meejie in het Koningryk derHemelen. Lukas XII: 32. En vreefl niet, gy klein kuddeken : Want het isu-wes Vaders welbebaagen u


. Beschouwing der Wereld . in der eeuwigheid. Van Der WERELD. 30? Van den opgang der zonne af, tot haaren neder*gang, zy de Naamede HE E REN gelooft. Af ATTHEUS XVIII: 2,^4. En Jezus een kindeken tot hem geroepen hebbende,(lelde dat in t midden van haar, En zeide , voorwaar zegge ik u, indien gy u nieten veranderd , en word gelyk de kinderkens , zo enzult gy in het Koningryk der Hemelen geenfins in-naan. Zo wie dan hem zelven zal vernederen gelyk ditkindeken , deze is de meejie in het Koningryk derHemelen. Lukas XII: 32. En vreefl niet, gy klein kuddeken : Want het isu-wes Vaders welbebaagen udieden het Koningryk te geeven. 2K0MNTHEN IV: 6,7. Want God die gezegt heeft dat het licht uit de dui-fïemijfe zoude fchynen , is de geene die in onze her-ten gefcheenen heeft, om [te geeven~\ verlichtingeder kennjffe der heerlykheid Gods in t aangezicht evan Jezus Chriftus. Maar wy hebben dezen fchat in aarden vaten 9op dat de nitneementbeid der kracht zy Godes, enniet Hit ons. De 3io BESCHOUWINGDe goede En Jezus wandelende aan de Zee van Galüea, zMtwee broeders [nametitïyk] Simon gezegt Petrus, enAn-dreas zynen broeder, bet net in de zee werpende: (wantzy waar en vijjers.) En by zei de tot baar, volgt my na, en2kzaluvijjersderme?ijckenmaaken. Macth: iv: iö, 9* der W E R E LD, 3U Laat valfevryheid, Tot waan blyheid. 5 ^Jroote Zee, van t tydlyk leven , In wien de menfehen heen en weer,Krioelen, weemlen ende fweeven, Gelyk de VifTen in het Meer iEen vis-net laat zyn looden hangen, En ftrekt zich wyd langs s werelds ftrand,ö Vrye Visje laat u vangen, Zo vale gy in een goede zult door zyn geweld niet fterven, Al raakt gy uit uw Element,Maar beter Element be-erven, Dat uwe vreemdheid noch niet kend,Gy word uit woedend zout genomen, Dat niet als fladig golven deê-,En zult in t klaare water komen, Van eene ftille en zoete zal geen eet-op u bejaagen, Noch t uitgeworpen looze aas,Üw eedle vryheid ooit belaagen, En trekken tot een droef


Size: 1533px × 1629px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch