. De flora van Nederland. Plants. :{ 4 Dianthus deltoVdes. Fig. 185. 1. bloem in het begin van den bloei, waarbij lielmknopjes aan den ingang der kroonbuis staan , i2 stamper in het begin van den bloei- tijd , in 3 sterker vergroot, h honigkliertjes, kr afgesneden kroonbladen , m afgesneden nieeldraden , 4 bloem later in den bloeitijd na verwijdering der kroonbladen , de meeste helmknopjes zijn afgevallen, de stijlen uitge- groeid, 5 stamper van zulk een bloem. Biologische bijzomicriicdcn (Ijo. 185). De bloem is proteraiidrisch en wordt door dagvlinders en ook wel door stuifmeel verzamelende z


. De flora van Nederland. Plants. :{ 4 Dianthus deltoVdes. Fig. 185. 1. bloem in het begin van den bloei, waarbij lielmknopjes aan den ingang der kroonbuis staan , i2 stamper in het begin van den bloei- tijd , in 3 sterker vergroot, h honigkliertjes, kr afgesneden kroonbladen , m afgesneden nieeldraden , 4 bloem later in den bloeitijd na verwijdering der kroonbladen , de meeste helmknopjes zijn afgevallen, de stijlen uitge- groeid, 5 stamper van zulk een bloem. Biologische bijzomicriicdcn (Ijo. 185). De bloem is proteraiidrisch en wordt door dagvlinders en ook wel door stuifmeel verzamelende zweefvliegen bezocht. Om den honig te bereiken, moet de slurf door een buis van 2 mM doorsnede kunnen en moet zij 12 a 14 mM lengte hebben. De in- gang der buis wordt door een zeer duidelijk lionigmerk aangegeven en is in het begin van den bloei nog nauwer dan later, doordat dan de helmknopjes der 5 binnenste nieeldraden haar zoo goed als afsluiten. Van de 10 nieeldraden strekken zich eerst de 5 buitenste zoover, dat zij uit de bloemkroonbuis steken. Als deze hun stuifmeel hebben verloren , volgen de vijf binnenste en daarna strekken zich de beide stijlen en doen de stempels uitsteken. Zij blijven schroefvormig gedraaid, zoodat een vlinderslurf, van welke zijde die ook komt, toch zeker een stempeldeel moet raken en dus uit jongere bloemen komend, zeker kruisbestuiving moet bewerken. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in droge bosschen, in weiden, aan randen van wegen, vooral in Midden-Europa voor. Bij ons is zij vrij zeldzaam en komt bijna alleen op diluviale zandgronden en in de duinen voor. D. arenarius') L. Zandanjelier (fig. 186). Uit den iioutigen wortelstok, die naar boven sterk ver- takt is, komt uit ieder takje een bundel bladen (de plant is daardoor sterk zodevormend). Uit de meeste bladbun- deltjes komt een rechtopgaande of opstijgende stengel, die blauwgroen, onbehaard, niet vertakt of naar boven ver- takt is. De bladen aan de niet-bioeiende stengels s


Size: 1165px × 2145px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants