. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. Van YSLAND. 37 g. XLIIL Strand-en Watervogels zyn'er in zo enewater- grote menigte en verfcheidenheid, dat gene der in woonders vogels, zelve hen alle kent, veel minder met
. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. Van YSLAND. 37 g. XLIIL Strand-en Watervogels zyn'er in zo enewater- grote menigte en verfcheidenheid, dat gene der in woonders vogels, zelve hen alle kent, veel minder met namen benoemen kan Men ziet op afgelegen plaatfen, of onbewoonde eilandjes klip- pen, die t'enemaal wit van vogeldrek fchynen: ook bedekken zy genoegzaam met vele zwarmen of hopen de zee tot op 12 of 18 mylen van het eiland ; zulks men aan hun allereerfr, be- fpeurt, dat men zo naby gekomen is. Het geringd gedeelte dier vogelen overwintert op het eiland, want de meeften , ge- lyk zy in 't voorjaar komen, ook tegen den winter, onset wy f» felt naar warmer plaatfen , vertrekken. Men vermoed niet .ten onrechte , dat die vogels zo een bequaam eiland zoeken en beminnen, gedeeltelyk om het overvloedig voedzel 't g-en een ieder van hun zoort aan allerly viffchen, krabben' of Tar- naten, gewormte en diergelyken, uit de milde hand van den algemenen voorzorger, in de zee naar hun fmaak en nooddruft onopnoudelyk vind, als gedeeltelyk wegens de vele onbekJim- bare klippen, waarin zy_ met veel zekerheid voor menfchen en voflen neftelen en broeyen konnen. Van die vogelen leg- .gen enigen geftadig op het water , en weten door duikelen hun voedzel te verkrygen; anderen blyven met hunne uitgefprei- de vleugelen op de lucht zweven , en loeren uit de hoogte of niet de een of andere vifch het oppervlak der zee naderen'en ,zich buiten het water begeven zal , die zy dan, zo dra zulks gefchied, door hun ongemeen fcherp gezicht aanftonds in 't oog krygen, als wanneer zy gelyk een pyl nederfchieten,
Size: 1725px × 1449px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea