. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCll-ERAE. 267 2. HaiiWLMi ilikker dan de stelen. Tiisschenscliot dun, vlak. a. Tiissclienschot zonder nerven. Hanwen lanj^j^er dan 3 cM. «. Stenjjel ruw bcliaard. Üe onontwikkelde bloemen steken boven de ontwik- kelde uit. Hauwen circa 2 maal zoo lans,' als de afstaande stelen, niet boven de bloemen uitstekend S. Loeselli biz. 268. /)'. Stengel kaal. Hauwen circa 4 maal zoo lani,' als de stelen, ver uitstekend boven de in één vlak staande bloemen S. Irlo blz. 269. Zie ook in den tekst S. Wolf^ense blz. 270. b. Tusschenschot met nerven. Bladen


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCll-ERAE. 267 2. HaiiWLMi ilikker dan de stelen. Tiisschenscliot dun, vlak. a. Tiissclienschot zonder nerven. Hanwen lanj^j^er dan 3 cM. «. Stenjjel ruw bcliaard. Üe onontwikkelde bloemen steken boven de ontwik- kelde uit. Hauwen circa 2 maal zoo lans,' als de afstaande stelen, niet boven de bloemen uitstekend S. Loeselli biz. 268. /)'. Stengel kaal. Hauwen circa 4 maal zoo lani,' als de stelen, ver uitstekend boven de in één vlak staande bloemen S. Irlo blz. 269. Zie ook in den tekst S. Wolf^ense blz. 270. b. Tusschenschot met nerven. Bladen 2-3-voudif,' .tjevind. Sten},'el kort behaard. Hauwen circa 2'!i maal zoo lang als de afstaande stelen, 2 a 3 cM lang, niet boven de bloemen uitstekend. Kleppen zwak . . S. Sopliia blz. 270. S. officinale ') L. Raket (fig. 307). Uit den peiiwortel komt een stijf rechtopstaande, ronde, eerst enkel- voudige, later uitgespreid vertakte stengel, die met korte, stijve, aan den voet verdikte haren bezet is. Deze zijn beneden aan den stengel naar beneden gekeerd en verspreid, doch hooger op staan zij af en dichter bij elkaar. De bladen zijn alle gesteeld en vindeelig, aan weerszijden, doch vooral aan den rand stijf behaard, de onderste vindeelig met 2 a 3 paar langwerpige, getande slippen en een zeer groote, spiesvormige, ongelijk getande eindslip, de hoogere bijna spiesvorniig driedeelig, de zijslippen sterker getand en wat naar beneden gebogen, de midden- slip verlengd, minder getand, de bovenste eindelijk lijn-lancetvormig, weinig of niet getand. De bloemen staan in eindelingsche trossen , zijn kort gesteeld , bleekgeel en klein. De kelkbladen zijn even lang als de bloemstelen, behaard en vallen spoedig af. De kroonbladen hebben een bijna omgekeerd hartvormige plaat. De vruchttrossen zijn lang, onbebladerd, met tegen de spil liggende stelen. De hauwen zijn naar den top versmald, priemvormig, meestal behaard, zij liggen tegen den stengel en hebben zwak 3-nervige klep


Size: 1455px × 1718px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants