. De Onwaardige Wereld . zal men in uwenfchoot geven: Want met dezelvemaate daar mede gy lieden meetet , zal u-liedenvoeder gemeeten vu orden. 2 Korinthe n IX: 6,7,8,9,10. En dit [zegge ik] die fpaarzaamelyk zaaid, zaltok fpaarzaamelyk maaijen : en die in zegeningenzaaid^ zal ook in zegeningen maaijen. Een iegelyk [doe~\ gelyk hy in [zyn] hert e voor-neemd : niet uit droefheid of uit God heeft eenen blymoedigen geever lief. En God is machtig alle genade te doen overvloe-dig zyn in u : op dat gy in alles alle tyd, alle ge-noegzaamheid hebbende, tot allen goeden werke over-vloedi


. De Onwaardige Wereld . zal men in uwenfchoot geven: Want met dezelvemaate daar mede gy lieden meetet , zal u-liedenvoeder gemeeten vu orden. 2 Korinthe n IX: 6,7,8,9,10. En dit [zegge ik] die fpaarzaamelyk zaaid, zaltok fpaarzaamelyk maaijen : en die in zegeningenzaaid^ zal ook in zegeningen maaijen. Een iegelyk [doe~\ gelyk hy in [zyn] hert e voor-neemd : niet uit droefheid of uit God heeft eenen blymoedigen geever lief. En God is machtig alle genade te doen overvloe-dig zyn in u : op dat gy in alles alle tyd, alle ge-noegzaamheid hebbende, tot allen goeden werke over-vloedig moogt zyn. Gelykerwys gefchreevenis, Hy heeft geflrooid, hyheeft den armen ge ge even : zyne gerechtigheid blyftin der eeuwigheid. Doch die het zaad den zaaijer verleend, dieverleene ook brood tot fpyze , en ver menigvuldigeuw* gezaaifel, en vermterdere ds vruchten uwergerechtigheid* 1 Tim o th: II: 6. De landman als hy arbeid, moet aIzo eer/l devruchten genieten. Het 154 De ONWAARDIGE Vat van IL Doch in een groot huis zyn niet alkengoude en ziherevaten, maar ook houten en aarden [ vaten , ] en fommigeter eercn^ maar fommige ter oneer en. Indien damemanphem zelven lan dezen reinigd, dte zal een vat zyn tereercn, geheiligd en bequaam tot gebruik des Heerenl totmlle£oed werk toebereid^ 2Timoth: II: Of W E Ro E L D. i6f Op Figuur XL. ITlet Hert dat door de wereld gaat,Met luft van Werelds welbehangen, En zo voor t Quaaden open (laar,Dat is, gelyk een Vuilis wagen > Dat fnoo verfmaadelyke VatjDewyl hy door het God vergeeten, Het vuil ontfangt, gelyk een Schat,Van ieder een hem toe gefmeeten. Hy is gewend, al t geen hy hoord,(Als drek, uit ieders vuile vaten,) Gcmaklyk, door een open poort,Tot zyncn grond vry in te laaten. Hy is gewend, al wat hy ziet,Van iedelheid en quaade dingen, Wat rechts, en lings by hem gefchied,Tontfangen als zyn lievelingen. Hy is gewend , geruft en welTc voeden alle quaa gedachten, As vuiligheden uit de Hel,Die, Satans booden in


Size: 1622px × 1540px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch