. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. witten buik vu feu zwait aciiterliout'd heeft. Zijne plaats wordt in Noord-Afrika door Oiis Arahs vervangen, die eenen blaauwgraauwen voorhals heeft. Deze soort houdt zich in de grasvlakten van Kordofaii en Abyssinië op. Zij leeft eenzaam, maar overnacht in troepjes van 5 tot 6 stuks, staande of liggende, op heuvels. Zij vliegt niet gaarne en slechts naar evenredigheid op geringe afstanden, en voedt zich met insekten, voornamelijk met torren en groote sprinkhanen. — De grootste soort van


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. witten buik vu feu zwait aciiterliout'd heeft. Zijne plaats wordt in Noord-Afrika door Oiis Arahs vervangen, die eenen blaauwgraauwen voorhals heeft. Deze soort houdt zich in de grasvlakten van Kordofaii en Abyssinië op. Zij leeft eenzaam, maar overnacht in troepjes van 5 tot 6 stuks, staande of liggende, op heuvels. Zij vliegt niet gaarne en slechts naar evenredigheid op geringe afstanden, en voedt zich met insekten, voornamelijk met torren en groote sprinkhanen. — De grootste soort van liet vasteland van Indië is Otis Edicarda of ; — Haar plaats wordt in Australië vervangen door de met haar zeer verwante Otis Ausiralis, de eenige soort van het vijfde werelddeel. In Bengalen heeft men ook eene kleine soort, de (jeoorde Trap, Oiis aurita, zoo genoemd, omdat het oude mannetje aan weerszijde van den kop, op de oorstreek, met eenige lange, gekromde en slechts aan haar einde van eene vlag voorziene vederen versierd is. heeft renen koiten, kipaclitigcn bek en tamelijk langen staart, de pooten zijn lang en met schilden bekleed, de teenen kort en met kromme nagels gewapend ; er is ook een kleine, maar hoog geplaatste achterteen aanwezig; het voorhoofd is van eene kleine, opstaande, uit vederen met losse draden gevormde kuif voorzien, en de maag is eirond en gespierd. Zijn vederkleed is bruinachtig, met zeer fijne dwarse lijnen, maar de buik is wit en de staart van bruine dwarse banden voorzien. Bek en pooten zijn rood. De seriama bewoont drooge, met gras begroeide streken en men treft hem ook langs de boschkanten aan. Hij kan zeer schielijk loopen, en zet zich somtijds op de takken der boomen. Zijne lokstem is lijn. Hij voedt zich met wormen en allerlei andere kleine dieren, en maakt zijn nest op den grond of op boomen, maar in dit geval digt bij de-I grond. De 2 tot 3 eijeren, die het bevat, zijn witachtig, en de met dons bekleede jongen verlat


Size: 1506px × 1660px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872