Archive image from page 76 of De dierlijke vijanden der koffiecultuur. De dierlijke vijanden der koffiecultuur op Java dedierlijkevijan02koni Year: 1897 — 65 — vrij grooten atVtaiui zirlitlwar, doordat de jonge rupsen slechts de bovenste lagen van het Idud afknagen, de rest echter vrij spoedig bruinachtig verkleurt en droog wordt (fig. 2, pi. 4). Ten gevolg hiervan weten de inlanders rupsen te vinden, die nog niet de grootte van een speldenknop bezitten en waarbij men dikwijls slechts door beschouwen met eene goede loupe kan beslissen, of men werkelijk met eene kleine rups of met een kunstpru
Archive image from page 76 of De dierlijke vijanden der koffiecultuur. De dierlijke vijanden der koffiecultuur op Java dedierlijkevijan02koni Year: 1897 — 65 — vrij grooten atVtaiui zirlitlwar, doordat de jonge rupsen slechts de bovenste lagen van het Idud afknagen, de rest echter vrij spoedig bruinachtig verkleurt en droog wordt (fig. 2, pi. 4). Ten gevolg hiervan weten de inlanders rupsen te vinden, die nog niet de grootte van een speldenknop bezitten en waarbij men dikwijls slechts door beschouwen met eene goede loupe kan beslissen, of men werkelijk met eene kleine rups of met een kunstpruduct der inlanders te doen heeft. Eerst wanneer de rupsen iets grooter zijn geworden, zijn zij in staat gaatjes in de bladeren te Idjten (fig. 3 pi. 4). Eene volwassen rups is in fig. 4 pi. 4 voorgesteld. Overigens varieeren de rupsen zeer in kleur tusschen meer of minder donker bruine en groene tin- ton. De cocon (fig. 6 pi. 4), wordt in een opgerold blad ge- vormd (fig. 5 pi. 4) dat in deze positie door een geelbruin draadje wordt vastgehouden. De geelbruine vlinder is in fig. 7, pi. 4 voorgesteld. Wat do natuurlijke vijanden van den oelar tjèleng betreft, moeten wij in eerste plaats mededeelen, dat de wesp, in Deel I, pag. 45 onder den naam van Pimpla bilineata beschreven en op pi. IV, fig. 5 afgebeeld, reeds vroeger door Brullé met den naam van Pimpla conrinna was gedoopt, welken laatsten naam zij dus moet behouden. Gedurende mijn verblijf te Soember Soeko heb ik onder de natuurlijke vijanden van den oeler tjèleng vooral de reeds in Deel I, p. 46 beschreven kleine sluipwespen gevonden, die tot de familie der Chalci- didae behooren en in fig. 8 en 9 pi. 4 in natuurlijke grootte zijn afgebeeld. Deze sluip- wesp legt hare eieren in de rupsen van den oelar tjrlenff, welke zich dan echter toch op de gewone wijze verpoppen. Maar later komt uit de op deze wijze aangetaste cocons geen vlinder van den oelar tjèleng uit, maar Meded. PI. XLIV. 6 Fig. 33. Doosje voor de coco
Size: 1718px × 1164px
Photo credit: © Actep Burstov / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: 1890, 1897, archive, batavia_s_gravenhage_g_kolff_co_, book, bookauthor, bookdecade, bookpublisher, booksponsor, booksubject, bookyear, coffee, drawing, historical, history, illustration, image, koningsberger_jacob_christiaan_1867_, metcalf_collection_north_carolina_state_university_nc, ncsu_libraries, page, picture, print, reference, vintage, zimmermann_a_albrecht_b_1860