. Album der Natuur. HET GESLACJlTisLEVEX DEK PLANTTEN. 55 zich in denzelfden stand, waarin zij in den helmknop zaten , op het vreemde voorwerp vast. Dit is voor de bevruchting volstrekt noodig, want anders zouden de pollinia nooit op den stempel kunnen komen. Vliegt nu het insekt met het stuifmeelklompje beladen naar eene andere bloem, of wel, wanneer het potlood weer in dezelfde of in eene andere spoor wordt ingebragt, dan moet de stuifmeelmassa weder tegen de oude plaats in den helmknop aangedrukt worden. Hoe kan dan, zoo zal men vragen, de bevruchting plaats hebben ? — Deze geschiedt ten ge


. Album der Natuur. HET GESLACJlTisLEVEX DEK PLANTTEN. 55 zich in denzelfden stand, waarin zij in den helmknop zaten , op het vreemde voorwerp vast. Dit is voor de bevruchting volstrekt noodig, want anders zouden de pollinia nooit op den stempel kunnen komen. Vliegt nu het insekt met het stuifmeelklompje beladen naar eene andere bloem, of wel, wanneer het potlood weer in dezelfde of in eene andere spoor wordt ingebragt, dan moet de stuifmeelmassa weder tegen de oude plaats in den helmknop aangedrukt worden. Hoe kan dan, zoo zal men vragen, de bevruchting plaats hebben ? — Deze geschiedt ten gevolge van eene merkwaardige verandering. Namelijk terwijl de kleverige oppervlakte stevig vast blijft zitten, bezit het kleine vliesje, waaraan het staartje of steeltje vastgehecht is, de eigenschap van zich sterk zamen te trekken, waardoor de pollenmassa zich ongeveer 90^ moet ombuigen naar de punt van den zuiger of van het potlood toe, zooals in fig. 15 A. en B pj„. j_5 is aangeduid. Dit geschiedt binnen 30 seconden, juist ongeveer den tijd, welken het insekt besteedt om naar eene andere bloem te vliegen. Wan- neer men nu de pollenmassa in dezen 5 stand weer in de bloem ingevoerd denkt, dan is het duidelijk, dat zij juist de stempelvlakte s moet aanra- , ken , welke dan door hare groote kle- verigheid hetzij de geheele stuifmeel- r> 11 Ai. 4. massa, hetzii een deel daarvan vast- PoUenmassa aan de punt van een pot- ^^"'^'^"?j ^ J lood gehecht, in twee standen (naar dak- J^oudt win) . Aldus wordt door insekten de be- vruchting der Orchis mascula veroorzaakt, en wel de bevruchting door overbrenging van het stuifmeel naar eene andere bloem; dus heeft ook hier kruising plaats. Bij andere Orchideën is de inrigting weder eenigszins anders, maar nergens kan zelfbestuiving plaats hebben, terwijl ook voor de over- brenging der pollinia de insekten onmisbaar zijn. Dit is zoo waar, dat, wanneer men de standelkruiden der duinen naar onze tuinen over- brengt , zij nimmer


Size: 1747px × 1430px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura