. Beschouwing der Wereld . geluk niet van hem Menfch! die t opper-maakfel zyt,Van alle dingen deezer tyd, Gy moet niet met haar heene flroomen ^Na dalgemeene levens tryn,Maar dat zy u, als trappen zyn , Om tot den oorfprong op te gy de wereld dan befchoud,Die dAlderhoogfte Heeft geboud, Met al zyn heir en wonderheden,Zo doet een wyzelyke keer,Tot zulk een aldergroqtften Heer , Om in zyp Eeirwge gunft te treeden. E Genesis I: 26. n God zeidc: Laat ons Menfchen maaken, na on-zen heelde, na onze gelykeniffe; en dat zy heerfchappye-,hebben over de vjjjen der zee, en over het gevog


. Beschouwing der Wereld . geluk niet van hem Menfch! die t opper-maakfel zyt,Van alle dingen deezer tyd, Gy moet niet met haar heene flroomen ^Na dalgemeene levens tryn,Maar dat zy u, als trappen zyn , Om tot den oorfprong op te gy de wereld dan befchoud,Die dAlderhoogfte Heeft geboud, Met al zyn heir en wonderheden,Zo doet een wyzelyke keer,Tot zulk een aldergroqtften Heer , Om in zyp Eeirwge gunft te treeden. E Genesis I: 26. n God zeidc: Laat ons Menfchen maaken, na on-zen heelde, na onze gelykeniffe; en dat zy heerfchappye-,hebben over de vjjjen der zee, en over het gevogelte deshemels, en over het vee, en over degeheeleaarde, eriover al hst kruipende gedierte, dat op der aarde kruip. 2Korinthen III: 18. En, wy alle met ongedekten aangezichte de heer-ïykheid des Heeren [_als~] in eenen fpiegel aanfchou-wende, worden [723] het zelve beeld in gedaante ver-anderd, van heerlykheid tot heerlykheid, als van Geeft. D £ 372 BESCHOUWINGDe JONGE. Die ten halve wederkeerd en dwaald En gedenkt aan uwen Schepper in de dagen uwer jon*.gtlingjcbap, eer dat de quaade dagen komen, endejaa-ren naderen , van dewelke gy peggen zult, Ik en hebbegeenen lult in dezelve. Prediker Xlt; i. WH der WERELD. 373 Wel hem die t quaad,In tyds ontgaat. Otaa ftil, ffcaa ftil, bedwingt uw voet$Al ver genoeg dien weg geloopen, Die gy dochwederkeeren moet,Indien men op wat goeds wil hoopen. Wat weg ? Dien weg van tovery,Beftrooid met roozen en vioolen, Dien Fuik van jammerlyk verley ,Dat Hof van dwaalen en verdoolen. Terwyl t verderf zyn pykn fchikt,En onder t lachen en krioelen, Verborgen op uw herte mikt,Op dat gy t met de flag mogt voelen. Zy vielen links, zy vielen rechts,Die voor u dezen Weg begingen. Haar mooi verkeerden in wat Hechts,Wech vloogen haar gewenfte dingen, Dies weeft gewaarfchoud daar gy gaat,En laat u niet voor dooren fchellen, Tot achtloosheid van goeden raad,Gelyk uw ydle fpeel-gezellen. Stap uit, Hap uit, ontrekt uw jeugd ,Den weg van een


Size: 1513px × 1650px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch