. Zederyke zinnebeelden der tonge . igh,J)at hy eenvoudigh is, en evenwel almachtigh. * -H -M if- * * * T E R^ 268 ZINNEBEELDEN T E R G I N G E. Fit hefa patientia fiiror. e wufte mug komt hier een valt zy uit de lucht, om hairen luft te boeten,En, wyl de hUiswaardt duldt dees ongenooden onbefchaamdelyk in alle fchotcls nó^^ te ftoutcr durft de vreugdt des maaltydts breeken,En uit bloetdorfligheidc in handt en aanzicht haar in t eindt bekomt, gelyk de word den handtfchoen óf iervet haar wegdryft, doodt, óf wargeeft, d


. Zederyke zinnebeelden der tonge . igh,J)at hy eenvoudigh is, en evenwel almachtigh. * -H -M if- * * * T E R^ 268 ZINNEBEELDEN T E R G I N G E. Fit hefa patientia fiiror. e wufte mug komt hier een valt zy uit de lucht, om hairen luft te boeten,En, wyl de hUiswaardt duldt dees ongenooden onbefchaamdelyk in alle fchotcls nó^^ te ftoutcr durft de vreugdt des maaltydts breeken,En uit bloetdorfligheidc in handt en aanzicht haar in t eindt bekomt, gelyk de word den handtfchoen óf iervet haar wegdryft, doodt, óf wargeeft, die op elks gebreken vit, en wandelHoe ergelyk hy zelfs in woorden is, en handel,Vcrliefl elks vrindtfchap, en geraakt haaft in des getergdens bloedt aan t bobblen raakt, en ziedt,Hoe goeder menfchcn, hoe te feller woedt hun een onverlaat hen dikwyls komt vuur, te heet geftookt, zet fchouw en huis in paardtj te veel genoopt, zyn ruiter v/erpt in t zandt. Mufciz DER TONG E. 269. Mufc(Z funt tevierari(Cf 6? moleJlcB,Lambunt prandia, nee monjentur ütjortis ^ inclytus repellit,Nee Juffen ; ita litteras colentesCojlaiiter Jludns, loquacitntemIgnaros, temerariosque citantAiidaces temere movere quidvis,Auresque obmere Jert, patie?is boniisque quandoPrimum laditar: afl futor fit ufqueMajor, fi moderationem omittis* S A M B u c u s. Wan- 270 ZINNEBEELDEN W annccr zich Ifocrates, die brave meeftcr der wel-fprekcnheidc, van Careon, een onbezonnen kakclaar enquaadtfpreker, aangezocht vondt, omme hem de weLIpr.^kens kunfl te lecraaren, eifchte hy eens zoo \eclepenningen, als hy van andere leerlingen gemeenelykVorderde, weshalven des jongelings vrinden ten hoogh-llcn vervvonderdt, hem nadi: de reden van die verdub-l^ehnge vroegen, cnde van Ifocrates beantwoordt wier-den , dat zich niemant dies te verwonderen hadde, na-dien hy dcezcn quant twecderhande konft zou moetenleeren j eerftelyk die van voorzichtelyk en


Size: 1585px × 1577px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob16921767, bookauthorsc, booksubjectemblems