. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . te Heer, foo quaadDat hy niet eenszyn oog meer op my Üaat ? Is dan mijn Lief, mijn gevlooden ? Zoo ben ik anders niet gelijk een doode, Maar zegtmy doch , 6 fchoonfte Zielen-vriendt!Waar meed* heb ik doch ruiken ftraf verdient ? Waar in beftaat mijn fchuld a waar over gyuw oogen Bedekt houd met uw hand , dat ik niet fien en mogeh Geen m


. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . te Heer, foo quaadDat hy niet eenszyn oog meer op my Üaat ? Is dan mijn Lief, mijn gevlooden ? Zoo ben ik anders niet gelijk een doode, Maar zegtmy doch , 6 fchoonfte Zielen-vriendt!Waar meed* heb ik doch ruiken ftraf verdient ? Waar in beftaat mijn fchuld a waar over gyuw oogen Bedekt houd met uw hand , dat ik niet fien en mogeh Geen my vernoegen kan , uw fchoonfte aangericht,Dat meerder als de Zon, mijn duyftre Ziel verlicht. Uw Oog > uw Godlijk Oog de mijn leven. Is t Lkht dat op wijn hert door liefde ft aat gy met uw oog^raijtiarme Ziel aanfiet,Dan acht ik kruys, noch ramp, noch lyden, noch ver^driet: Uw Oogen zy n mynSon, pjeftraalen zyn mijnleven! O Werelds maan-ligt^waart gy door dieSon Goddelyk Antwoord. Efa. 45. vers 22. ■ - . Gyenhebtmynietaangeroepen* bjacgb* afrgyuUgemmyvmiwytbebtj oljraèU LfEFDE-VLAMMEtf, %? VIL Figuur. Job 25. vers 15. Hierom worde ik voor zyn aangerichte beroert;aanmerket, endevreefe voor Joh 13. vers 24. Waarom verbergt gy uw aangelichte, en houd, my vopr uwep vyand ? %l GODDELVKE Aanmerking op de VIL Figuur. O Zielen-Vriend, ach! hebt meedoogen \Verbergt niet langer uwe oogen,Uw oogen, en u aangericht,Soo vol van Godlijk eeuwig Licht: Ach! laat trw^Son mijn Ziel verwennen, O Jefu lief! wilt u ontfermen ->Ach! gaat niet weg ten eenemaal,Eer dat ik heb u foet onthaal. Indien g uw oogen niet laat blinken , Mijn arme Ziel fal neder finkeq,Vermoeyt van klagen, en geween,Ach Heffte Jefus! gaat niet heen: Komt weer mijn fchoonfle, en beminde» Laat ik uw vriendlijk aanricht vinden:Uw aangericht van Hemel-gloed,Het welk verquikt mijn droef gemoed. Pfalm 33. vers 18, Siet 3 des Heeren oogen zyn over de gene die hemvreefen 3 o


Size: 1261px × 1982px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidgoddelyke, booksubjectemblembooksdutch, booksubjectemblems