. Voncken der liefde Jesu, van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . zynefnelbeyt nadcrd nergens aan een Endt, Al maakt hy noch foo verre Ryk! 6 feer vervaarIyk Ryk !En aller grouwlen plaats» en Wyk I Daar foo veel helfche Ogen vuuren,Uyt holle winckels, van \ Gt(p\xys,By t naar gefchuyfel > en geruys , Der monftcreufe Creatuurcn IO Morgenftar! waar fyt gy nuw >Voor *t heylig licht foo


. Voncken der liefde Jesu, van het Godtbegerende zielenvier : bloemitjes der salige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars langs den weg, na vreden ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne daar op spelende verssen, en heylige spreuken . zynefnelbeyt nadcrd nergens aan een Endt, Al maakt hy noch foo verre Ryk! 6 feer vervaarIyk Ryk !En aller grouwlen plaats» en Wyk I Daar foo veel helfche Ogen vuuren,Uyt holle winckels, van \ Gt(p\xys,By t naar gefchuyfel > en geruys , Der monftcreufe Creatuurcn IO Morgenftar! waar fyt gy nuw >Voor *t heylig licht foo bang ea fchuw, In fulek een diepen Nacht verfoncken !Al nodigt gy ohs ook daar heen»t Gevalt ons niet, wy feggen neen, cisbeeter, voor Godcs Troon 5 fchuylen voor dat ewig Swart,In t ewig Wit, vans Vaders Hart, DaaJi der L I E F D E J E S U, Fol. 141Daar is men voor het onweer veylig; Daar fal men ewig vrolyk zyn , En fïngen mee den Serafyn,Batfchone Liedc, van, Heylig, Heylig. Heylig Antwoordt. Ende in haar en fal niet in kpmen iet dat ontreynigt j endegrouwelickjoeydt doet, ende leugen [[preekt]: maar diegejchreven Xfn tn het boec!;^ des levens des Lams, Apoc,11. vers Hcc : V o N C K E N Het werck pryft de Aanmercl^de Leliën, hoe ^y wajfen, Zy en arhydsn niet^noch en [pinnen niet: en icl^fegge n y oof^S al omon in al-le fijne beerltckjoeyt- sn is niet bekjeedt^cweefl als een van de-fe-, fpracl;Jej!4s , delVysheytQQdti. tuG. ;, der LIEFDE J E S U, Hy doft my nederïeggen in grafige mjden,Pfalm. 25. versa. Gras groene kleed , van foo veel duvfend Spruytjes ,Als een vercierd Tapyc,300 fchoon door mengt, met bloea-iniitjes en kruytjes «Op s Aartryks vloer 3 foo kunftig uyrgcfpreydc,Had ons Gemoedr maar Oren >Wat fou men wondren horen,Van hem, die c al, foo wyPlyk Ichickt, en vleydt»Elck deet zyn beft, om fyn fontyn te loven ,En biet zyn uytdrückaan ,Maar, och 3 Helaas 1 zy preken voorde Doven lWie kan de Spraak, van


Size: 1416px × 1765px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, booki, booksubjectemblems, booksubjectjesuschrist