. Zederyke zinnebeelden der tonge . en zegent, Teelt zoo fchoone vruchten niet,Als uwe aart, o lieve vrede! Die alleen geen overvloetBrengt voor t tydtlyk leven mede, Maar ook namaalst hooghfte goedt. Q S IN Zf o ZINNEBEELD E N IN IEMANTS REDENEN VALLEN. Vum capiunt capiuntur ob efcam. VJy klaagt vergeefse menfch! dat u uw naaften haatcn, En aanzien met den nek,Die klaghten konnen u int allerminft niet baaten; Dat lafterlyk gebrekIs uit het quaadt gebruik van uwe tong gebooren. Uw fpreekluft, eigen min,Of hovaardije wil geen ander fpreeken hooren, Maar valt daar tuflchen in,Hiet ruftende voor


. Zederyke zinnebeelden der tonge . en zegent, Teelt zoo fchoone vruchten niet,Als uwe aart, o lieve vrede! Die alleen geen overvloetBrengt voor t tydtlyk leven mede, Maar ook namaalst hooghfte goedt. Q S IN Zf o ZINNEBEELD E N IN IEMANTS REDENEN VALLEN. Vum capiunt capiuntur ob efcam. VJy klaagt vergeefse menfch! dat u uw naaften haatcn, En aanzien met den nek,Die klaghten konnen u int allerminft niet baaten; Dat lafterlyk gebrekIs uit het quaadt gebruik van uwe tong gebooren. Uw fpreekluft, eigen min,Of hovaardije wil geen ander fpreeken hooren, Maar valt daar tuflchen in,Hiet ruftende voor gy t verhaal hebt afgebrooken. Een rechte kuikens aart,Die in het eeten ftaag malkanderen beftooken, Naloopen metter vaartWie eenigh korentje, dfeen wurmpjeheeftbekoomen, En nimmer hebben ruft,Voor zy dat hebben uit hun makkers bek genoomen, Tot boeting hunner dorft en honger ooit te ftillen is genegen, Geeft acht op drank en ~fpreeken wil* moet ook alvoreiTS overweegen Gezelfchap, tydt en wyf\ Qui «Jer T O N G Qni rite caïlet lattdis ö> culpa vias>Modumque vita, fep jura pojjidet fut;Deens capejjit, vitia digredi ;ec vis, bic ordo rebus optimis unde preefens, fi bene utaris, lucrumRedundat, inde magna vis mali ingruatyDatis abutifi quis improbè velit. D. B. De zffc ZINNEBEELDEN J^/e Philozoof Apollonïus Thyanaeus, de geletterdeWaereldt genoegzaam bekent, hadt de gewoonte vol-gens het getuigenifTe van Philoftratus van zyne Leerlin-gen te vermaanen, datzy met het krieken van den daghmet de Goden , in den voormiddagh van de Goden,en t overige van den dagh van waereldtfche zaaken,doch bezadigdt en zonder hevige driften zouden fprecken,nadien een verftandigh man, voor dat hyfpreekt, eerftoverweegt, wat, en tegen wien, op welk een plaats, entydt hy zulks doen zal. gelyk gy naaukeurigh acht geeft opde fpyze, die gy gebruiken wilt, zoo moet gy ook overwe-gen waf gy zeggen zult, eer gy [preekt, zegt Auguitinusin zyne aantekeningen over


Size: 1604px × 1558px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems