. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. â 451 56. Ilypochoéris') li. Bi^j^^en km id. Oiiiwindselbladen zeer oiif^^clijk, dakpansf^'cwijzc üj^ji^cnd. Slrooschubben lijiivoriiiig, spits, zilverachtig, afvallend. Vriichtjes in een dunnen snavel versmald, soms de buitenste zonder snavel. Hoofdjes voor den bloei rechtopstaand. Bladen grootendeels in een wortelroset, waaruit verscheiden vertakte bloemstengels komen. Biologische bijzonderheid. Zie bij Leontodon over kruisbestuiving, geitono- gamie en autogamie. Tabel tot het deteniiitieeren der soorten van het geslacht Hypochoeri
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. â 451 56. Ilypochoéris') li. Bi^j^^en km id. Oiiiwindselbladen zeer oiif^^clijk, dakpansf^'cwijzc üj^ji^cnd. Slrooschubben lijiivoriiiig, spits, zilverachtig, afvallend. Vriichtjes in een dunnen snavel versmald, soms de buitenste zonder snavel. Hoofdjes voor den bloei rechtopstaand. Bladen grootendeels in een wortelroset, waaruit verscheiden vertakte bloemstengels komen. Biologische bijzonderheid. Zie bij Leontodon over kruisbestuiving, geitono- gamie en autogamie. Tabel tot het deteniiitieeren der soorten van het geslacht Hypochoeris. A. Haarkroon dubbel. Buitenste haren alleen getand, korter, de binnenste geveerd. a. Binnenste oniwindselbladen even" lang als de bloemen. Randstandige vruchten zonder snavel H. glabra biz. 451. b. Alle oniwindselbladen korter dan de bloemen. Alle vruchten gesnaveld. FI. radicata blz. 451. B. Haarkroon slechts uit een rij geveerde borstels bestaand. Buitenste omwindselbladen lancetvormig, de binnenste lijn-lancetvormig, naar boven geelachtig viltig gerand. H. maculata blz. 452. H. glabra-) L. Glad biggen kruid (fig. 571). Deze plant is meest kaal. Zij heeft een spilvormigen, dunnen pen wortel, waaruit vele rechtopstaande of opstijgende, al of niet vertakte stengels komen, die met weinige kleine, lancetvormige bladen bezet is of geen bladen draagt. De wortelbladen zijn lancetvor- mig, steelachtig versmald, bochtig getand met spitse tanden. De hoofdjes zijn tijdens den bloeitijd klein en zitten op iets verdikte, met enkele schutblaadjes bezette stelen. De omwindselbladen zijn lang- werpig tot lancetvormig, aanliggend, vliezig ge- rand, aan den top zwartpurper, de binnenste zijn even lang als de bloemen. De bloemkronen zijn licht goudgeel, 5-tandig. De middelste vruchten (fig. 571) zijn in een snavel versmald, soms ook de randstandige. De vruchten zijn bruin, met verheven, in rijen liggende puntjes en zijn borstelig. 7-30 cM. ©. JuniâSeptember. Voorkomen in Europa
Size: 1432px × 1746px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants
