. Beschouwing der wonderen Gods : in de mintsgeachte schepzelen of nederlandsche insecten ... naar 't leven naauwkeurig getekent, in 't koper gebracht wn gekleurd. linders, ziet men afgebeeld Fig. 7., de rustende of ftil zittende ge-daante , en tegelyk ook de onderzyde der Vleugels, vertoont de afte^ Fig. 6. kening Fig. 6. zo veel ik heb kunnen waarneemen, is er tusfehen deMannetjes en Wyfjes Vlinders, geen ander onderfcheid te zien, als inde meerdere of mindere dikte van het Lyf, zynde dat der eerften dun-der, dan dat der laatften, voor t overige komen zy met eikanderen inkleur en tekening ze


. Beschouwing der wonderen Gods : in de mintsgeachte schepzelen of nederlandsche insecten ... naar 't leven naauwkeurig getekent, in 't koper gebracht wn gekleurd. linders, ziet men afgebeeld Fig. 7., de rustende of ftil zittende ge-daante , en tegelyk ook de onderzyde der Vleugels, vertoont de afte^ Fig. 6. kening Fig. 6. zo veel ik heb kunnen waarneemen, is er tusfehen deMannetjes en Wyfjes Vlinders, geen ander onderfcheid te zien, als inde meerdere of mindere dikte van het Lyf, zynde dat der eerften dun-der, dan dat der laatften, voor t overige komen zy met eikanderen inkleur en tekening zeer overeen. Ik twyffele er niet aan , of men beeftdeze Vlinders tweemaal in t Jaar, namentlyk in t Voorjaar, uit over-winterd hebbende Poppen, en naderhand in t midden van den Zomerin July of August, en t fpreekt van zelfs, wanneer men de Vlinderstweemaal in een Jaar heeft , dat alsdan de Rupfen insgelyks tot tweekeeren toe zich zien laaten, en door Hunne vraatachtigheid, inzonder-heid wanneer dczelven in eene aanzienlyke meenigte zich bevinden, deBooraen waarop zy alsdan zyn, van derzelver Bladeren berooven kunnen. a* ?DAG-VLINDEKS van de TWEEDK 9 # *t NEDERLANDSCHE INSECTEN, BESCHREEVEN EN AFGEBEELD. DERDE DEEL ELFDE VERHANDELING. OVER DE NACHT-VLINDER S, van bet Tweede Get,in der Tweede Bende. DE PEERE- UI. leb. i. nder de veele Nacht - Vlinders welken zich hier bevinden vande twee Gezinnen, waaruit volgens myne verdeeling de eerfteBende beftaat, zyn my niet meer als twee foorten bekend enwel van het tweede Gezin dier genoemde Bende, waarvan deWyfjes Vlinders geene Vleugels hebben, zynde dit cieraad maar alleenden Mannetjes Vlinders gefchonken, eene van deze twee foorten, neb-be ik reeds afgebeeld en befchreeven in het Tweede Deels vierde Stuk,de drie- en- twintigfte Verhandeling pag. 91. Tab. XXIII. aldaar doormy genoemd de Wit-Vlak Vlinder, de andere foort is my insgelyks enRups en Vlinder byde, zeer wel bekend, doch, offchoon ik de Rupfenreeds meer


Size: 1397px × 1788px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1700, bookdecade1760, bookidbes, booksubjectentomology