. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uitgedrukt in zinnebeelden . by U alleen, en in U, is te vindent geenwaarlijk vergenoegt. Heerc, Heere ,• help ons doch, on-ze nood is zo groot, t kolt dagelijx zo veel zielen der men-fchen. Lieve Vader, wek ons op, om U te zoeken, Ute vinden, en U ewig te behouden, om jefus wille. Hier toe is ons zeer nodig uit alle onze ontfange krach-ten te pogen een ingetogen en aandachtig leven te leiden,nadien de ziele daar door bequaam word om diepe ge-dachten van God > van de dood , van t oordeel en van deewigheid te konnen voeden, en daar door een


. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uitgedrukt in zinnebeelden . by U alleen, en in U, is te vindent geenwaarlijk vergenoegt. Heerc, Heere ,• help ons doch, on-ze nood is zo groot, t kolt dagelijx zo veel zielen der men-fchen. Lieve Vader, wek ons op, om U te zoeken, Ute vinden, en U ewig te behouden, om jefus wille. Hier toe is ons zeer nodig uit alle onze ontfange krach-ten te pogen een ingetogen en aandachtig leven te leiden,nadien de ziele daar door bequaam word om diepe ge-dachten van God > van de dood , van t oordeel en van deewigheid te konnen voeden, en daar door een indruk enkracht gewaar te worden om het herte van al t verganke-lijke af te trekken, en zijn lult te nemen in beter dingen,die blijven zullen als al ditzienelijke vergaat. Gelukkige Zielen die hier toe geraken ! Laat ons haat-ten , laat ons geen tijd meer verliezen; dit ogenblik zy eenftandvaftige aanvang door Gods genade om onze zieleGode geheel op te dragen. AU 14 De Èeglnfelen van Gods Koninkrijk. All »rat van goed cot quaad vervalt *Geeft d allcrgrootflc Ais mijn herte opgezwollen wrn, m i\inmt]m nieren gep-ïl^kelt wierd, teen was ikjonvernuftig, ende en wijle niets: Ik wateengroot Bcesl by U. Pfal. ,22. De menjche du in waarde is, en ?zen vzrftand en beeft, wordgelijk &l* de heeften die vergaan. Pfal. Jefiis leide: JE» 6e^c /^.w/tf u twaalve uitverkoren ? f «ia#éw «ft//» «?« Vnivel. Joh. ó. 70, Hm in den Menfch. IJ Hoe de menfch door jonden het menfehdijkjn GoddelijkBeeld verlieft. Stem : De geeft en kan in V kruit, &c. 1 r\ Menfch, o eêl gefchep, zo herclijk gefchapen,- >^ Een Engel na den geeft, zo rijk van God begaaft,Hoe kond gy u aan t vleefch zo jammerlijk vergapen, Dat gy uw hert en ziel daar aan geheel In u behoort het beeld eens waren menfch te wezen, Van liefde, vriendlijkheid, oprechtigheid en deugd,Van hoop, geloof op God, en kinderlijke vreze, Van ootmoed,lijdzaamheid,verzelt met heiige-vreugd. 3 Maar nu wo


Size: 1457px × 1715px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookiddebeginse, booksubjectemblems, bookyear1689